Jeremiah 28:10

Het antwoord van Hananja

Hananja zou gewillig moeten zijn om op de HEERE te wachten of zijn profetie ook zou uitkomen. Hij weet echter dat hij zijn profetie verzint. Wat Jeremia zegt, maakt hem bang. Hij is te trots om toe te geven dat hij leugen profeteert. Zijn reactie bestaat uit een daad en een verklaring daarvan. Om indruk te maken op het volk onderstreept hij zijn woorden met een gewelddadige actie. Hij neemt het juk van de nek van de profeet Jeremia en breekt het (Jr 28:10). Hij kan het niet langer aanzien. Dit juk, dit symbool van onderwerping en onderdrukking, is een doorn in zijn oog. Dat moet stuk. Alsof daarmee de betekenis ervan ook tenietgedaan zou zijn.

Het volk staat erbij en kijkt ernaar (Jr 28:11). Hananja voegt aan zijn daad de verklaring toe die het volk aangenaam in de oren zal hebben geklonken. Als hij de betekenis van zijn daad uitlegt, begint hij zijn woorden weer met de formule die echte profeten gebruiken. Weer misbruikt hij de Naam van de HEERE.

We horen geen reactie van de priesters of het volk. Zij zullen instemmend hebben geknikt bij de woorden die Hananja spreekt. Dit is tenminste taal van hoop, vinden ze. Verlossing op korte termijn. Ook Jeremia reageert niet, maar gaat “zijns weegs”. Hij gaat geen woordenstrijd aan. Soms is het beter te zwijgen en weg te gaan, dan nog langer tegen een leugenprofeet in te gaan. Hij weet dat hij de HEERE aan zijn zijde heeft.

Hierin is Jeremia een voorbeeld voor iedere dienaar van de Heer. Hij heeft krachtig getuigd tegen het kwaad voor koningen en vorsten, voor priesters en volk. Hier doet hij dat niet meer. Hij is uitgepraat met Hananja en begint geen woordenstrijd “die tot niets dient dan tot ondergang van de hoorders” (2Tm 2:14). Het is goed om op zeker moment niet meer in te gaan op de beweringen van de tegenstanders van God en Zijn Woord. Jeremia laat het aan de HEERE over om tussen een profeet en een profeet te oordelen.

Copyright information for DutKingComments