John 12:13

De intocht in Jeruzalem

De volgende dag is tot de menigte het bericht doorgedrongen dat de Heer Jezus onderweg is naar Jeruzalem. Hij is al in Bethanië. Dat betekent dat Hij binnenkort in de stad zal komen. Het bericht van Zijn komst bewerkt in de menigte een spontane reactie. Ze zijn al zo onder de indruk gekomen van alles wat ze hebben gehoord en wat velen ook van Hem hebben gezien, dat ze Hem tegemoet gaan.

Het eerbetoon dat de Heer hier wordt bereid, wordt door de Geest van God bewerkt. God wil Zijn Zoon een openbaar bewijs van eer geven voordat Hij Zich met Zijn discipelen terugtrekt uit de openbaarheid. Daarvoor gebruikt God het algemene gevoelen van de menigte dat Hem ziet als de beloofde Messias.

We weten inmiddels wel dat de menigte niet massaal tot bekering is gekomen, maar dat het wat hen betreft slechts een uiterlijke indruk van Hem is. Zij hebben gezien hoe Hij in brood en genezing heeft voorzien. Hun godsdienstige leiders hebben nooit iets dergelijks voor hen gedaan, maar zichzelf slechts ten koste van hen verrijkt. Dat het spontane hosannageroep niet meer dan een uiterlijke aandoening is, blijkt als we enkele dagen later diezelfde massa om Zijn kruisiging horen roepen. Zo wisselvallig is de volksgunst.

Dat alles neemt niet weg dat God door Zijn Geest in de menigte werkt om dit openlijke en massale getuigenis aan Zijn Zoon te geven. Ze nemen takken van de palmbomen die een symbool van overwinning zijn. Dan gaan ze Hem tegemoet, terwijl ze woorden uit Psalm 118 in de mond nemen (Ps 118:25-26). Het woord ‘hosanna’ is een Hebreeuws woord en betekent ‘red toch’. Hoewel dit woord oorspronkelijk een roep om hulp betekende, lijkt het erop dat het meer en meer een uiting van lofprijzing is geworden, aldus Vine in zijn verklarend woordenboek van Griekse nieuwtestamentische woorden. Zo wordt het hier door de menigte gebruikt.

Met de woorden van de psalm belijden zij dat de Heer Jezus komt in de Naam van Jahweh. Met deze lofprijzing bezingt men niet de heerlijkheid van Christus op de hoogte waarin dit evangelie ons Hem voorstelt. Hij wordt in dit evangelie immers gezien als de Zoon Die door de Vader is gezonden en in de Naam van de Vader komt. Toch vinden we in dit citaat dat de menigte in de mond neemt daar wel een prachtige verwijzing naar. Aan hun lofprijzing voegen ze nog toe dat Hij de Koning van Israël is.

Bij elkaar genomen spreken zij een volledige erkenning van Zijn waardigheid als Messias uit. Het is ook mooi om te bedenken dat de belijdenis van de menigte, zonder dat die helaas uit een innerlijk overtuigd geweten komt, een beeld is van het berouwvolle overblijfsel. Wat de menigte emotioneel zegt, is wat het gelovig overblijfsel in waarachtig geloof zegt als de Heer terugkomt om daadwerkelijk als Messias in de Naam van Jahweh te regeren (Mt 23:39).

We horen van de Heer geen enkel woord van waardering of afkeuring. Wat we wel zien, is dat Hij plaatsneemt op een jonge ezel en dat Hij daarmee doet naar wat over Hem geschreven staat. Zo weten we dat Hij dit getuigenis uit de mond van de menigte aanvaardt als het getuigenis dat God heeft gewerkt.

Er staat dat Hij de jonge ezel “vond”. In andere evangeliën lezen we dat Hij Zijn discipelen erop uitstuurt om het veulen te halen en precies de plaats aangeeft waar het dier te vinden is (Mt 21:1-11; Mk 11:1-11; Lk 19:28-38). Dat hier staat dat Hij het vindt, past weer bij dit evangelie. Als God de Zoon doet Hij alles Zelf.

Met deze handeling van de Heer gaat de profetie van Zacharia 9 in vervulling (Zc 9:9). Altijd is Hij bezig met het vervullen van de wil van Zijn Vader. Hij weet wat over Hem geschreven staat en weet wat er op een bepaald tijdstip moet worden vervuld. Daarop legt Hij Zich toe (vgl. Jh 19:28).

Hoewel Zijn discipelen, die toch echt in Hem geloven, deze dingen zien, hebben ze de betekenis van wat er gebeurt niet ten volle begrepen. Mogelijk hebben zij net als de menigte gejuicht omdat zij meenden dat Hij nu toch nog het koninkrijk zou gaan oprichten (Lk 19:11). Hoe hebben ook zij zich daarin vergist. Ze zullen de betekenis van de gebeurtenis begrijpen na de verheerlijking van de Heer. Dan zal de Heilige Geest komen (Jh 7:39) en Hij zal hen in de hele waarheid leiden (Jh 16:13).

Copyright information for DutKingComments