Judges 20:39

Het derde treffen

Hoe dit derde en laatste treffen tussen Israël en Benjamin verloopt, wordt uitvoerig beschreven. Het begint met het leggen van hinderlagen. Hier spreken hinderlagen, evenals bij de strijd tegen Ai in Jozua 8, van het erkennen van eigen zwakheid en het rekenen op de verborgen kracht van God (Jz 8:1-29). De overwinning wordt behaald door gebruik te maken van hulpbronnen die voor de vijand verborgen zijn. Door te vluchten erkent Israël openlijk dat het zwak is. Het lijkt inderdaad zwakheid om te vluchten, maar het geeft aan de verborgen hulpbronnen, de hinderlagen, gelegenheid hun werk te doen.

Dit is een prachtige illustratie van het gebed. Op de knieën liggen lijkt op zwakheid, maar er ligt juist kracht in. Persoonlijke vernedering voor God is het grote geheim om te overwinnen. Daarin wordt kracht gevonden voor elke uitoefening van tucht, zowel voor ouders ten opzichte van hun kinderen als voor de gemeente ten opzichte van de boosdoeners.

Het is dan ook niet Israël dat Benjamin verslaat, maar “toen versloeg de HEERE Benjamin, voor [de ogen van] Israël” (Ri 20:35). Eerst denken de Benjaminieten dat ze ook de derde keer succes zullen boeken. De vorige overwinningen hebben hen vol zelfvertrouwen en zelfs overmoedig gemaakt (Ri 20:32; 39). Maar deze keer verbindt God Zijn zegen aan de strategie die Israël heeft gekozen.

Zodra Benjamin de stad uitkomt, komen de in hinderlaag liggende strijders tevoorschijn, nemen de onbeschermde stad in bezit en steken haar in brand. In Deuteronomium 13 lezen we ook over een stad die in brand moet worden gestoken. Dat moet gebeuren als daar mannen zijn die hebben opgeroepen tot afgoderij. Er staat dat die stad moet worden verbrand “als een offer dat geheel verteerd wordt voor de HEERE” (Dt 13:16), dat is als een brandoffer. We kunnen zeggen, dat de zonde van Gibea net zo zwaar wordt gestraft als de afgoderij waarvan in Deuteronomium 13 sprake is.

Als de Benjaminieten de stad zien branden, slaat de overwinningsroes om in angst. Ze kunnen hun ogen niet geloven, de schok is groot. Hun lust om te vechten verdwijnt en ze slaan op de vlucht. Israël gunt zichzelf geen rust en jaagt de vluchtelingen na. In een welhaast ‘Jehu’s ijver’ doden ze bijna alle Benjaminieten.

Wat de gevolgen van hun verstrekkende ijver zijn, zullen we in het volgende en tevens laatste hoofdstuk zien. Voor dit moment kan de balans worden opgemaakt. De overwinning is behaald, het kwaad geoordeeld. Maar er is ook verlies. Israël heeft ongeveer veertigduizend en dertig man verloren (Ri 20:21; 25; 31). Bij Benjamin zijn meer dan vijfentwintigduizend mannen gesneuveld, waardoor de stam zo goed als uitgeroeid is. Slechts zeshonderd mannen zijn overgebleven.

Als iemand niet in zelfoordeel leeft, zodat de zonde kans krijgt zich te laten gelden en anderen zich ermee moeten gaan bezighouden, heeft dat altijd verlies tot gevolg. Als die anderen zich dan ook nog op een niet-geestelijke wijze met het verwijderen van die zonde bezighouden, is de schade niet te overzien. De enige mogelijkheid om te voorkomen dat we een bron van ellende worden, zowel voor onszelf als voor anderen, is te leven in nauwe gemeenschap met de Heer en in gehoorzaamheid aan Zijn Woord.

Copyright information for DutKingComments