Judges 3:31

Samgar

Aan een overwinning op de Filistijnen door een zekere Samgar wordt slechts één vers gewijd. Zijn naam betekent ‘vreemdeling’ of ‘bijwoner’. De naam is niet Joods. Dat lijkt erop te wijzen dat Samgar uit de heidenen komt. Hij is de zoon van Anath, dat ‘antwoord’ betekent. Zijn wapen, “een prikstok voor ossen” of ossenstok, spreekt ook van het Woord, maar dan zoals de wereld er tegenaan kijkt. Voor de wereld is het Woord zonder enige zichtbare waarde.

Samgar is blijkbaar een boer, een eenvoudige persoon, iemand die misschien bepaalde woorden niet eens goed kan uitspreken (vgl. 1Ko 1:26-29). Mogelijk is hij ongeletterd (Hd 4:13). Hij heeft, om het in de taal van vandaag te zeggen, geen kennis van de grondtekst en hij heeft geen hoge opleiding genoten.

Het Filistijnse volk is een vijand die zich in het land bevindt. Ze bevolken een kleine strook grond aan de rand van de Middellandse Zee. Zij eisen het land voor zichzelf op en drukken er zelfs hun stempel op door hun naam eraan te verbinden. In het woord ‘Palestina’ klinkt de naam ‘Filistijnen’ door.

Samgar is door God onderwezen. Daardoor kent hij het onderscheid tussen een lid van Gods volk en een vijand ervan, al spreekt die vijand ook dezelfde taal als Gods volk. Hij kent ‘zijn Bijbel’ en weet hoe hij die moet gebruiken. De prikstok van Samgar faalt nooit als hij die gebruikt voor zijn ossen. Hij kan op de werking ervan vertrouwen. Hij houdt zijn ossen ermee op de weg die hij wil dat ze gaan. Uit ervaring weten wij dat we op Gods Woord kunnen vertrouwen. Het heeft ons nooit in de steek gelaten.

Tegen zo’n getuigenis kan de vijand niet op. Zoals de ongelovige die spottend tegen een prediker zei dat hij niet kon geloven dat de Heer Jezus water in wijn had veranderd. Die prediker nodigde hem uit mee naar zijn huis te gaan. Hij zou hem daar een nog groter wonder laten zien: hoe bier was veranderd in huisraad. Vroeger was hij een dronkaard, maar Gods Woord had hem genezen. Hij was zijn geld toen anders gaan besteden.

We kunnen uit dit ene vers een aantal dingen leren en toepassingen maken:

1. Pas in Richteren 4 lezen we dat Ehud, de vorige richter, is gestorven (Ri 4:1). Het lijkt erop dat Samgar een tijdgenoot van Ehud is geweest. Na de overwinning van Ehud, dus niet na zijn dood, is Samgar dezelfde weg van het geloof gegaan. Hij is een medebevrijder. Zo kunnen wij samen, ieder op ons terrein, overwinningen behalen die het hele volk ten goede komen.

2. Zoals gezegd, betekent zijn naam ‘vreemdeling’. Het bewustzijn dat ons eigenlijke thuis de hemel is en dat er pas daar rust is voor de christen, maakt ons geschikt de vijand te overwinnen.

3. Anath, dat ‘antwoord’ of ‘verhoring’ betekent, roept de gedachte op dat het optreden van Samgar een antwoord is op het ‘roepen’ van Israël.

4. Deze vijand bevindt zich in het land, in tegenstelling tot Moab, de vorige vijand, die van buiten het land komt. Filistijn betekent ‘zwerver’. Dit lijkt op vreemdeling. Het verschil is dat een zwerver geen eigen woonplaats heeft, terwijl een vreemdeling die wel heeft.

5. Het getal “zeshonderd” heeft ons ook iets te zeggen. Behalve namen hebben ook getallen in de Bijbel hun betekenis. Het getal zes spreekt van (het werk van) de mens, die op de zesde dag is geschapen. Voorbeelden hebben we bij het beeld van Nebukadnezar (Dn 3:1) en het getal van het beest (Op 13:18). Zes komt tekort om zeven te zijn; dat laatste stelt volmaaktheid voor. De overwinning van Samgar is geen definitieve overwinning.

6. De prikstok dient ervoor om de ossen in het juiste spoor te houden. Het is een stok met scherpe punten. Als een os afwijkt, wordt hij met die stok gecorrigeerd. Dit is een mooi beeld van wat Gods Woord in ons leven doet. We leren vaak het Woord in ons leven toe te passen doordat anderen ons daaruit iets voorhouden: “De woorden van wijzen zijn als prikkels en als spijkers, diep ingeslagen door meesters in het verzamelen. Zij zijn gegeven door één Herder” (Pr 12:11). Zulke woorden laten de pelgrim in de juiste richting lopen in plaats van “hard tegen [de] prikkels achteruit te slaan” (Hd 26:14).

7. “Zo verloste ook hij Israël.” We kunnen het woord “ook” benadrukken. Het geeft aan dat hij, evenals zijn voorgangers Othniël en Ehud, Israël uit een benarde positie heeft verlost. Daardoor hebben ze hun vrijheid teruggekregen.

Othniël is soldaat, Ehud een diplomaat en Samgar een hoeder van ossen. God heeft hen allen kunnen gebruiken omdat ze zich voor Hem beschikbaar hebben gesteld uit liefde voor Zijn volk.

Copyright information for DutKingComments