Judges 6:22

Wee mij

Dan klinkt het “ach” in de zin van ’wee mij’. Gideon is zich namelijk bewust geworden dat hij oog in oog heeft gestaan met God. Dit bewustzijn verbreekt hem. Elke gedachte aan zichzelf en aan eigen onmacht verdwijnt. Alleen de HEERE blijft over in Zijn grootheid en heerlijkheid, en dat is het juiste uitgangspunt voor de komende strijd. Het maakt klein en tegelijk geeft het vertrouwen.

Bij Jesaja zien we dezelfde reactie als hij door God wordt geroepen. Hij ziet de HEERE zitten op een hoge en verheven troon, terwijl hij de serafs elkaar hoort toeroepen: “Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten … Toen zei ik: Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen” (Js 6:1-5). Jesaja komt tot deze persoonlijke uitroep nadat hij in Jesaja 5 tot zes keer toe “wee hun” (Js 5:8-23) heeft uitgesproken over verschillende groepen mensen en de verschillende zonden die zij bedrijven.

Voordat hij tot hen kan worden gezonden, moet hij eerst erkennen dat hij zelf niet beter is. God brengt hem daartoe door hem oog in oog te plaatsen met Zichzelf en Zijn heerlijkheid. Dat doet hem voor de zevende keer een ‘wee’ uitroepen, maar dan over zichzelf. Dan geeft de HEERE Jesaja het bewijs van verzoening en is hij bereid om te gaan waarheen Hij hem zal zenden en te doen wat Hij van hem vraagt: “Zie, hier ben ik, zend mij” (Js 6:6-8).

Dit is de beste en grondigste manier om de dienaar op zijn taak voor te bereiden. Het geeft aan de ene kant een diepe indruk van wie de mens is en toont de eigen onwaardigheid en onbekwaamheid. Aan de andere kant wordt die indruk opgedaan in de tegenwoordigheid van God de Almachtige, en dat is een enorme bemoediging om te doen wat Hij van ons vraagt. Hij zendt en is met ieder die op de grondslag van het offer van Zijn Zoon staat (Ri 6:14; 16; 21).

Copyright information for DutKingComments