Matthew 26:12

Zalving in Bethanië

De Heer Jezus is voor de laatste keer in Bethanië, waar Hij een plaats van rust en vrede heeft. Daar wonen Zijn vrienden en daar is Hij welkom. Wat een zegen zo’n huis te mogen zijn waar de Heiland, terwijl de dood steeds dichterbij komt – en wat voor een dood! –, een laatste oponthoud vindt voordat Hij Zich overgeeft om dit met Hem te laten gebeuren.

Simon, in wiens huis Hij komt, is niet meer melaats. Toch wordt hij nog zo genoemd om eraan te herinneren wie hij vroeger was en wat de Heer aan hem heeft gedaan. Zo wordt ook gesproken over Rachab de hoer (Jk 2:25), die ze eens was, en over Ruth de Moabietische (Ru 4:5; 10), het volk waartoe ze vroeger behoorde.

In dit huis heeft God een lieflijke vertroosting voor het hart van Zijn Zoon voordat Hij lijdt. Daar is een vrouw die bij Hem komt en zeer kostbare balsem uitgiet over Zijn hoofd. Het is meer balsem voor Zijn hart dan voor Zijn lichaam. Zij drukt in die daad de waardering uit van wat haar hart verstaat van Zijn kostbaarheid en genade.

Deze vrouw had er behoefte aan de Heiland haar bewondering te tonen. De “zeer kostbare balsem” geeft daar uitdrukking aan. Voor haar aanvoeling is dit ook het juiste moment hiervoor. In deze daad ligt heel de aanbidding van haar hart voor haar Heer van Wie ze begrijpt dat Hij binnenkort zal sterven. Terwijl de godsdienstige wereld buiten om Zijn bloed roept, komt zij binnen om Hem te eren.

Voor deze zeer kostbare balsem heeft ze lang gespaard. Ze is er al lang mee bezig. Ware aanbidding is het resultaat van bezig zijn met de Heer Jezus en Zijn dood aan het kruis en wat Hij daardoor tot stand heeft gebracht.

De discipelen begrijpen haar niet. Ze nemen het haar zelfs kwalijk en noemen haar daad van liefde aan de Heiland een “verkwisting”. Ze spreken haar aan en willen dat zij zich verantwoordt over dit, in hun ogen, onverantwoordelijke gebruik van haar geld. Het getuigenis van genegenheid en toewijding aan Christus brengt de zelfzucht en harteloosheid van de anderen aan het licht. Het hart van Judas is de bron van het kwaad, maar de andere discipelen vallen in de strik omdat ze niet met Christus bezig zijn. Het levert een treurig bewijs dat kennis van Christus niet vanzelfsprekend de daarbij behorende gevoelens van genegenheid opwekt in onze harten.

Zij zeggen ook tegen haar dat zij wel een betere bestemming voor de balsem hadden geweten. Daar hadden veel armen mee geholpen kunnen worden. Armen helpen is inderdaad een goed werk. Maar het is geen goed werk om iets wat voor de Heer Jezus bestemd is, een andere bestemming te geven. Dat zal altijd een lagere bestemming zijn, terwijl Hem oneer wordt aangedaan.

Deze verkeerde manier van denken kunnen wij ook hebben. Zo kunnen wij denken dat de tijd die we aan de bestudering van Gods Woord besteden, verloren tijd is, want we zouden beter anderen het evangelie kunnen brengen of anderen kunnen helpen beter met hun naasten of het milieu om te gaan.

De Heer weet hoe zij onder elkaar praten over de daad van de vrouw, van wie we uit een ander evangelie weten we dat het Maria is. Hij neemt haar in bescherming en rechtvaardigt haar daad. Het is een goedkeuring en tegelijk een waardering. De discipelen vallen haar lastig, maar Hij noemt de daad die zij aan Hem heeft verricht “een goed werk”. Hoe groot is het verschil in beoordeling van de daad door de discipelen en door de Heer. De Heer zegt niet dat het niet goed zou zijn de armen te helpen, maar dat voor alles een bestemde tijd is.

De vrouw die Hem zalft, is niet ingelicht over de omstandigheden die zullen komen en ze is ook geen profetes. Maar de nadering van het uur van de duisternis wordt door haar gevoeld omdat haar hart op Hem is gericht. De volmaaktheid van Christus wekt bij de leidslieden dodelijke vijandschap en bij de vrouw vurige liefde. Het ware karakter van ieder mens wordt door Hem in het volle licht gesteld.

Voor de Heer heeft de daad van de vrouw niet alleen betekenis voor het moment waarop zij die verricht. Hij geeft aan de daad een verstrekkende betekenis. De zalving is gebeurd met het oog op Zijn begrafenis. Die betekenis wordt bij alle komende prediking van het evangelie telkens weer daaraan verbonden. De betekenis is aanbidding. Het doel van het evangelie is dat mensen tot aanbidders van de Vader worden. Op deze wijze zal de vrouw alle eeuwen door worden herdacht. Zij is het voorbeeld van aanbidding.

Copyright information for DutKingComments