Philippians 4:13

Alles alleen door Hem Die kracht geeft

Fp 4:10. Paulus heeft echt genoeg aan de Heer. Hij heeft de vrede van God in zijn hart en de God van de vrede is met hem. Dat betekent niet dat hij ongevoelig is voor de houding van de gelovigen. Bij alles wat de Heer voor hem is in zijn omstandigheden, is Paulus toch ook blij dat hun liefdevolle zorg voor hem gebleken is. Hij spreekt er zijn bijzondere vreugde in de Heer over uit dat ze weer eens aan hem hebben gedacht.

Zijn dankbaarheid geldt niet in de eerste plaats hun gift, maar hun motivatie. Het lijkt een beetje op een vermaning als hij zegt “weer eens”, maar dat is het niet. Hij wist wel dat ze aan hem dachten, maar ze hebben er niet eerder gelegenheid voor gehad hem dat ook te laten merken. Nu heeft, door de komst van Epafroditus, dit denken aan hun geliefde apostel letterlijk handen en voeten gekregen. En door de gave is hun denken aan hem tastbaar geworden.

Fp 4:11. Paulus haast zich erbij te zeggen dat hij geen gebrek lijdt. Hij wil hun geen schuldgevoel geven dat zij hem gebrek hebben laten lijden omdat het hun eerder niet gelegen kwam. Ook wil hij voorkomen de indruk te wekken dat hij van hun gave afhankelijk zou zijn. Het is niet gemakkelijk om uitdrukking te geven aan diepe dankbaarheid en tegelijkertijd niet de indruk te wekken hebzuchtig te zijn (vgl. Hd 20:33). Wie leert met alle omstandigheden tevreden te zijn, is van niemand afhankelijk. Om dit te leren is Paulus door een heel proces heen gegaan. Nu kan hij zeggen dat hij het heeft geleerd.

Het is een les die we allen moeten leren: tevreden zijn en tevens onafhankelijk van mensen. Er zijn mensen die het financieel ontzettend goed hebben en toch ontevreden zijn. Dat komt omdat ze nooit genoeg hebben, ze willen nog allerlei behoeften bevredigd hebben. Er zijn ook anderen die maar heel weinig bezitten en toch tevreden zijn. Tevreden zijn is letterlijk ‘genoeg hebbend’ (Hb 13:5; 1Tm 6:6-8). Als je op God vertrouwt, mag je op Gods belofte rekenen dat je verzekerd bent van brood en water (Js 33:16). Als je helemaal afhankelijk bent van de Heer, ben je tevreden met wat Hij je zendt, of dat nu gebrek of overvloed is.

Fp 4:12. Paulus kan overal over meepraten. Hij heeft het meegemaakt, hij weet ervan. Hij weet wat het is om “vernederd te worden”. Als mensen je verguizen, je wegkijken, je bespotten, als een misdadiger behandelen, dan blijft er niet veel van je over (2Ko 11:24-25). Ook “overvloed” aan eerbetoon kent hij (Hd 14:11; Hd 28:6). Hij is ingewijd in alle omstandigheden die het leven kent alsof het de inwijding in een geheim betreft. Het is ook een persoonlijk geheim tussen de gelovige en God om niet door de omstandigheden van het leven geleefd te worden.

Hij kent het “verzadigd zijn” en het “honger lijden”. In plaats van hem los te maken van de Heer Jezus heeft het hem dichter bij Hem gebracht. Ook hierin volgt hij zijn Meester op de voet, in tegenstelling tot veel christenen vandaag. Velen gaan ten onder, hetzij aan verzadiging, hetzij aan honger. Beide omstandigheden drijven velen weg bij de Heer. Agur heeft hierover de volgende wijze woorden als een gebed uitgesproken:

“Houd valsheid en leugentaal ver van mij.

[En:] geef mij geen armoede of rijkdom,

voorzie mij van het mij toegewezen deel [aan] brood.

Anders zou ik, verzadigd,

[U] verloochenen en zeggen: Wie is de HEERE?

of anders zou ik, arm geworden, stelen,

en de Naam van mijn God aantasten” (Sp 30:8-9).

Als een mens verzadigd is, meent hij God niet nodig te hebben. In de landen van overvloed waarin wij leven, is dat de schrikbarende realiteit. In talloze levens van mensen heeft God geen plaats meer. Het materialisme is als een breekijzer aan het werk tussen de gelovige en God. Het christelijk vernis bladdert steeds verder af van wat nog de naam ‘christelijk’ draagt. Kun je je in dat licht voorstellen dat Agur bang was om God te verloochenen? Maak dit gebed gerust tot jouw gebed.

De kans is groot dat jij wel kunt meepraten over ‘verzadigd zijn’ en ‘overvloed hebben’. We baden in het algemeen in welvaart en luxe. De vraag is welke invloed het op je leven heeft. Vraag jezelf eens eerlijk af of het je dichter bij de Heer heeft gebracht, of dat het je bij Hem vandaan heeft gevoerd. Kun je ook meepraten over ‘honger lijden’ en ‘gebrek lijden’? Die kans acht ik – voor ons die leven in het welvarende Westen – gering. En als er al honger en gebrek geleden wordt, dan is er ook nog kans dat dit het gevolg is van gemaakte schulden. Geld lenen wordt toch zó aantrekkelijk voorgesteld. Over dit soort honger en gebrek lijden gaat het niet in dit stukje. Er is een man aan het woord die honger en gebrek heeft geleden terwijl hij in Gods weg met Gods werk bezig was.

Als je wel kunt meepraten over honger en gebrek lijden, hoop ik dat het op deze manier is. Dan zul je hier steun en moed uit kunnen putten. Zo heeft de Heer Jezus ook honger geleden, toen Hij door de Geest in de woestijn geleid werd en verzocht werd door de duivel (Mt 4:1-2). Paulus volgt zijn Meester niet op afstand, hij volgt Hem op de voet. Het is moeilijk om iets te zeggen over dingen die je niet zelf hebt meegemaakt. Paulus spreekt niet voor niets in de ‘ik’ vorm. Je kunt hem dit alleen nazeggen als het voor jou een werkelijkheid is, al is jouw ervaring hierin misschien een verzwakte vorm van die van Paulus.

Misschien ben je in loondienst en komt er elke maand een vast bedrag binnen. Daar is niets mis mee. Alleen is het in zo’n geval best moeilijk om afhankelijk te zijn omdat je zo went aan wat je ervaart als inkomenszekerheid. Aan de andere kant ligt het bestedingspatroon. Daar kun je soms ook zo aan wennen, dat je niet meer openstaat voor aanwijzingen van de Heer om een keer iets speciaals voor Hem met een bepaald bedrag te doen. Of herken je dit niet?

Om dit besef van afhankelijkheid niet te vergeten is het nodig om zodra je je geld ontvangt, daarvan eerst een deel voor de Heer apart te leggen. Hoeveel? Dat mag jij in overleg met de Heer zelf bepalen. Het is wel belangrijk dat je het blijmoedig doet (2Ko 9:7). Als je een eigen zaak hebt, als je geen vast salaris hebt, maar een inkomen dat afhankelijk is van je activiteiten en van je klanten, voel je al méér de noodzaak van afhankelijkheid van de Heer. Dan kun je als zakenman zelfs afhankelijker van de Heer zijn dan sommige ‘fulltime’ werkers voor de Heer die periodiek vaste giften krijgen overgemaakt.

Fp 4:13. Op die manier werkt dat bij Paulus niet. Zijn hele vertrouwen is gericht op de Heer Die hem kracht geeft. Door Hem is hij tot alles in staat waarover hij hier schrijft. De kracht waardoor hij alles vermag, is het gevolg van een voortdurende relatie met Christus, een voortdurende gemeenschap met Hem. Hij leeft in het bewustzijn dat hij zonder de Heer Jezus helemaal niets kan doen (Jh 15:5). Je kunt niets zonder Hem, je kunt alles met Hem. Hij maakt het grote verschil in alle dingen.

In de Heer is kracht om tot Zijn eer te leven zonder dat de omstandigheden daarop een negatieve invloed uitoefenen. Het is zelfs zo, dat elke omstandigheid een gelegenheid is om daarin te laten zien waartoe Hij in staat is als je in gemeenschap met Hem leeft. Dan wordt jouw leven een getuigenis van Zijn kracht. Juist in moeilijke omstandigheden kun je laten zien hoe Hij alles voor jou is. Je kunt je vertrouwen in Hem uitspreken. Je vertrouwen in Hem uitspreken zegt heel wat meer wanneer je echt in de problemen zit, dan wanneer je dat doet terwijl er geen vuiltje aan de lucht lijkt te zijn.

Als je bijvoorbeeld geen geld meer hebt om brood te kopen, zul je eerder je toevlucht nemen tot Hem dan wanneer je bankrekening een goed saldo toont en de vriezer vol zit. Het spreekt niet echt aan als we over geestelijke waarheden praten, zonder dat die ons leven echt veranderen. De auto’s op de parkeerplaatsen van kerken en andere gebouwen waar gelovigen samenkomen en ook onze huizen en de inrichting ervan tonen waar ons hart is. Het uitspreken van onze afhankelijkheid van Hem en ons verlangen naar de Heer om bij Hem te zijn kan in sommige gevallen lijken op huichelarij.

Ik neem aan dat jij ernaar verlangt de kracht van de Heer te ervaren in je dagelijkse bezigheden. Ga dan in je leven na op welke terreinen Hij nog niet de volle zeggenschap heeft. Dat kan zijn over de boeken die je leest, de films die je bekijkt, je surfgedrag op internet, je uiterlijk, je intelligentie, je ambitie, je hobby, je vrienden, je vakantie, je uitgaan, je werk en nog meer. Heb je het allemaal aan Hem gegeven? Heb je gezegd: ‘Heer, doet u er maar mee wat U wilt en zegt U maar wat ik ermee moet doen.’? Je zult merken dat de kracht van de Heer je leven gaat vullen, want daarvoor komt dan ruimte vrij.

Fp 4:14. Nadat hij hun zo heeft laten delen in zijn persoonlijke geestelijke ervaringen, laat hij weten dat hij zeer waardeert wat de Filippenzen voor hem hebben gedaan. Zij hebben daarmee een goed werk gedaan (vgl. Mk 14:3-6). Het is niet zozeer de gave zelf die Paulus zoveel vreugde geeft als wel de liefde voor en de verbondenheid met hem die eruit spreekt.

Zij hebben daardoor deelgenomen aan zijn verdrukking (Hb 10:34) en zich er niet voor geschaamd (2Tm 1:8; 16). Dat betekent voor hem een grote bemoediging. Hier zie je weer de verwevenheid van zijn kracht in de Heer waardoor hij alles vermag en de kracht die de bemoediging van medegelovigen geeft. Jij mag ook weten dat je er niet alleen voor staat. De Heer en de Zijnen staan om je heen.

Lees nog eens Filippenzen 4:10-14.

Verwerking: Wat kun jij van deze verzen op jezelf toepassen en wat heb je daardoor meer van de Heer geleerd?

Copyright information for DutKingComments