Proverbs 25:11

Waardevolle woorden en ijdele woorden

Sp 25:11 gaat over de immense waarde en onvergelijkbare schoonheid van “een woord” dat “op het juiste moment gesproken” wordt. De uitdrukking die is vertaald met ‘op het juiste moment’ is letterlijk ‘op zijn wielen’, dat wil zeggen een woord dat ongedwongen voortgaat zoals soepel rollende wielen voortgaan. Het komt precies op tijd en is precies van toepassing op de persoon en de omstandigheden waarin deze zich bevindt. Het gaat maar om “een woord”, niet om een lange redevoering (vgl. 1Ko 14:19). Een dergelijk woord is als “gouden appels”, als gezonde vruchten die de waarde van Goddelijke heerlijkheid hebben, voorgesteld in het goud, terwijl ze worden opgediend in het besef van verkregen verzoening, voorgesteld in het zilver.

“Gouden appels in zilveren schalen” zijn waardevolle woorden gesproken in een aangename sfeer. Dat geldt bovenal voor het Woord van God, voor alles wat God heeft gesproken. De Heer Jezus sprak tot Nicodémus de woorden die hij op dat moment nodig had (Jh 3:1-11). Zo sprak de Heer ook tot de Samaritaanse vrouw en tot Zacheüs. Ook tot de farizeeën en de schriftgeleerden sprak Hij woorden die zij nodig hadden. Hij sprak niet wat ze graag hoorden, maar wat tot hun nut was. Wij mogen Hem daarin navolgen.

In aansluiting op Sp 25:11 gaat het in Sp 25:12 over “een wijze vermaner”, iemand die het juiste woord op de juiste tijd op de juiste wijze tegen de juiste persoon weet te spreken. Als zo iemand “voor een luisterend oor” een woord spreekt, is dat “als een gouden oorring en een halssieraad van fijn goud”. Een wijze berisping die goed wordt ontvangen, is van blijvende waarde. Een luisterend oor erkent niet alleen de wijsheid van de vermaner, maar ziet er ook grote schoonheid in, als die van sieraden voor oor en hals.

De sieraden symboliseren dat een luisterend oor de heerlijkheid van God uitstraalt (goud). God wordt daarin verheerlijkt. Een luisterend oor hoort niet alleen de vermaning, maar is er ook gehoorzaam aan. Er wordt ook voor gebogen, de hals buigt zich eronder. Er is geen halsstarrigheid. Als de hals zich buigt, wordt hij omhangen met een sieraad “van fijn goud”. Het vers is de ideale combinatie van een wijze vader of leraar en een gewillige zoon of leerling. De vrienden van Job waren geen wijze vermaners. Job had ook geen luisterend oor voor hen.

In Sp 25:13 wordt het effect van waardevolle woorden voor de zenders van “een betrouwbare gezant” beschreven. Een betrouwbare gezant is iemand die de woorden van zijn zenders precies zo doorgeeft zoals hij ze van hen heeft meegekregen voor de persoon tot wie hij gezonden is. Voor de zenders is een dergelijke gezant als “de koelte van sneeuw op de dag van de oogst”. Tijdens de oogst moet er hard worden gewerkt. Dan is een verkoeling zeer welkom. Een betrouwbare gezant bezorgt “de ziel van zijn meester” zo’n verkoeling of verkwikking als hij zijn missie trouw heeft volbracht. Trouw verkwikt altijd, is altijd verfrissend.

Christus was de trouwe Godsgezant. Paulus was zo’n trouwe afgezant van God (1Ko 4:1-2). Als wij dienaren of gezanten van Christus worden (2Ko 5:20), zal onze trouw een verkwikking zijn voor onze Meester (Mt 25:21; 23).

De beloften van een opschepper zijn hol en leeg (Sp 25:14). De illustratie is hier dat de verwachting wordt gewekt dat er regen komt als we wolken en wind zien. Als er geen regen komt, krijgen wolken en wind wel onze aandacht, maar ze stellen ons teleur in onze verwachting, want ze zijn bedrieglijk. Daarmee vergelijkt de wijze de praatjesmaker die opschept over giften om die te schenken. Maar de belofte is bedrieglijk; hij geeft niets, want hij heeft niets. Zijn mond is groter dan zijn hand.

De les is om niets te verwachten van mensen die met opgezwollen taal iets beloven. We zien deze valse beloftes ook in bepaalde kringen die zich erop beroemen dat je bij hen bijvoorbeeld genezing van een ziekte kunt krijgen, of bevrijding van je depressie, of succes in je zaak. Judas past dit in zijn brief toe op valse leraren in de gemeente als hij spreekt over “waterloze wolken, door winden voortgedreven” (Jd 1:11-13). Het is ook van toepassing op onszelf als we iemand beloven iets te doen en dat niet doen. We wekken een verwachting door onze belofte, maar zijn wolken en wind zonder regen.

Copyright information for DutKingComments