Psalms 39:1

Inleiding

Psalm 39 gaat verder met het onderwerp van Psalm 38. Het verschil is dat David in deze psalm nauwelijks over zijn vijanden spreekt, maar hoofdzakelijk over zijn ziekte als gevolg van zijn zonde. Hij erkent dat God de mens een kort leven geeft. Daarom stort hij zijn hart uit voor God als zijn enige hoop en vraagt aan Hem Zijn tucht te beëindigen, opdat hij nog van de resterende dagen van zijn leven kan genieten.’

Door zijn ziekte, als gevolg van zijn zonde, is hij tot besef van zijn nietigheid als mens en van de vergankelijkheid en kortstondigheid van zijn leven gekomen (Ps 39:2-7). Dat besef brengt hem ertoe om de HEERE te vragen hem te verlossen (Ps 39:8-14).

Opschrift

Voor “een psalm van David” zie bij Psalm 3:1.

Voor “voor de koorleider” zie bij Psalm 4:1.

De psalm is ook “van Jeduthun”. De naam ‘Jeduthun’ staat ook nog in het opschrift boven Psalm 62 en Psalm 77 (Ps 62:1; Ps 77:1). De psalm laat zien dat de zonde de oorzaak van de vergankelijkheid en kortstondigheid van het leven en de mens is. Hij laat ook zien dat het hart van de rechtvaardige leert dat te aanvaarden. Daarom is de psalm, ondanks zijn donkere onderwerp, ook “van Jeduthun”, dat betekent ‘koor van lofprijzing’.

Jeduthun is een Leviet die, samen met Asaf, Heman en Ethan, van David de opdracht krijgt om God te prijzen (1Kr 16:41; 2Kr 5:12). Hij heeft zijn zonen in hetzelfde werk onderwezen (1Kr 16:38; 1Kr 25:1; 3; 6; Ne 11:17). David heeft de koorleider Jeduthun de opdracht gegeven deze psalm te onderwijzen en te zingen.

Nederlandse verzen (2-6)

Het leven is kort

David vertelt wat hem bezighoudt. Hij beschrijft de gemoedstoestand waarin hij is. Hij zegt dat hij zijn wegen zal bewaren, wat betekent dat hij erop zal letten welke wegen hij gaat (Ps 39:2). Het geeft aan dat hij van plan is niet meer van Gods wegen af te wijken. Met zijn wegen bedoelt hij zijn hele levensweg, zijn houding en gedrag. Hij spitst dat toe op zijn spreken. Het bewaren van zijn wegen wil vooral zeggen, zijn “mond … bewaren”. Hij zal erop letten wat hij zegt en bovenal wat hij niet moet zeggen.

Hij wil ten koste van alles voorkomen dat hij met zijn tong zondigt. Hier zien we een voortzetting van wat David zich heeft voorgenomen (Ps 38:14). Hij voelt de neiging om opstandige woorden te spreken als hij de “goddeloze tegenover” zich ziet staan. Hij ziet hoe de goddeloze leeft en spreekt en hoe het daartegenover met hemzelf gaat. Dat doet wat met hem, dat laat hem niet koud.

Maar hij wil zich niet laten verleiden om lucht te geven aan zijn frustratie met het grote gevaar verkeerde dingen te zeggen. Daarvoor zal hij zijn “mond met een muilkorf bewaren”. Dit is sterk gezegd, maar zo radicaal is hij, en zo radicaal moeten wij ook zijn als het erom gaat onze tong in bedwang te houden (vgl. Mt 5:29-30). We menen vaak dat we alles maar moeten zeggen wat er in ons opkomt. Dat wordt ook gestimuleerd door de mensen van de wereld om ons heen, maar hier zien we dat dit de gelovige niet past.

Hij verstomt en houdt zich stil in tegenwoordigheid van goddeloze mensen (Ps 39:3). Hij ziet hun voorspoed en zorgeloze leven, maar beheerst zich om daarover iets te zeggen. Er komen geen opstandige woorden uit zijn mond. Hij zwijgt ook over het goede, dat is over de voorspoed van de goddeloze. Zijn ellende en ziekte, de kwelling van zijn ziel, wordt verergerd door het zien van de voorspoed van de goddeloze en door diens aanval op hem.

Zijn zelfbeheersing is een innerlijke strijd die geen rust geeft. Door het onderdrukken van zijn gevoelens wordt zijn innerlijke lijden heviger. Het wil niet zeggen dat hij een verkeerde beslissing heeft genomen om te zwijgen. Een goede beslissing kan nieuwe strijd opleveren. David is niet meer innerlijk ontstemd over de goddeloze, maar hij zit in de knoop met zijn eigen leven.

Zijn hart begint te branden en wordt heet in zijn binnenste (Ps 39:4). Zijn zuchten, dat is klagen zonder woorden, wordt intenser en er ontbrandt een vuur. Dan kan hij zich niet langer inhouden (vgl. Jr 20:9) en spreekt hij met zijn tong, dat wil zeggen dat hij hardop spreekt. Hij spreekt niet tot zijn vijanden, maar tot de HEERE; hij spreekt niet over zijn vijanden, maar over zichzelf (Ps 39:5).

Davids eerdere woorden spreekt hij in zichzelf en dat doet hij omdat hij de goddeloze tegenover zich ziet. Nu is hij in Gods tegenwoordigheid. Dat verandert een mens. Wat hij zegt, zijn geen opstandige woorden, maar gaan over de kortheid van het leven. Nergens ziet een mens zijn vergankelijkheid duidelijker dan wanneer hij in de tegenwoordigheid van God is, waar hij ook ziet hoe zondig hij is (vgl. Js 6:1-5).

In dit gebed spreekt hij over de vluchtigheid van het leven en de vergankelijkheid van de mens. Vergankelijk wil zeggen ophouden er te zijn, voorbijgaan. David wil zijn einde weten, hoe het met hem zal aflopen, en hoeveel dagen hij nog te leven heeft. Hij wil graag weten, wanneer zijn dagen vervuld zijn. Dan weet hij hoe vergankelijk hij is, hoe voorbijgaand ofwel dan weet hij dat zijn leven voorbij is, erop zit. Hij beantwoordt zijn vragen zelf in de volgende verzen.

Hij weet dat zijn dagen door God zijn bepaald en dat God ze slechts “een handbreed gemaakt” heeft (Ps 39:6; vgl. Ex 25:25). Een handbreed is vier vingers (Jr 52:21) en is een van de kleinste meeteenheden in het oude Israël. Het duidt de kortheid van het leven aan. David erkent dat deze maat ook voor hem geldt. Zijn levensduur, het aantal dagen dat hem is toegemeten, is voor God, Die de eeuwige God is, “als niets”.

Wat voor David geldt, geldt voor ieder mens, want het leven van “ieder mens is niet meer dan een zucht” (vgl. Ps 62:10a; Jb 7:7a). Het Hebreeuwse woord voor ‘zucht’ betekent damp, nevel, adem, lucht. Het leven is vluchtig, een damp die een korte tijd wordt gezien en er dan niet meer is (Jk 4:14). De mens kan in zijn verwaandheid menen dat hij “vast … staat”, dat niets zijn leven aan het wankelen kan brengen, laat staan het kan laten verdwijnen. Het getuigt van kortzichtigheid en blindheid voor de waarheid die David hier belijdt. Ieder mens die wijs is, zal dat met hem belijden.

Copyright information for DutKingComments