Romans 16:1-15

De groeten en nog veel meer

Rm 16:1-16. De groeten! En wat een namen. Soms breek je je tong erover. Zouden we dit stukje maar niet over slaan? Toch maar niet doen! Voor Paulus betekenen die namen veel. Het zijn mensen die ook bij de Heer Jezus horen. Hier heb je nu een praktische uiting van verbondenheid. De groeten doe je aan mensen voor wie je iets speciaals voelt, met wie je je op een bepaalde manier verbonden weet. Het zijn mensen die je niet dagelijks ziet. Misschien heb je ze zelfs nog nooit gezien en alleen maar van ze gehoord, maar wat je van hen gehoord hebt, geeft je dat gevoel van verbondenheid, van bij elkaar horen.

Daarbij kan het bemoedigend zijn om van iemand de groeten te krijgen. Je weet dan: Er is iemand die aan mij denkt. Dat doet je goed. Groeten zijn daarom niet onbelangrijk. Ze onderstrepen iets wat je met elkaar deelt. Wanneer iemand tegen je zegt dat je de groeten aan die broeder of die zuster moet doen, is dat een belangrijke opdracht. Zo zegt Paulus hier tegen de gelovigen in Rome dat ze aan een aantal broeders en zusters de groeten moeten doen.

Wat in deze groeten opvalt, is dat er aan veel namen iets wordt toegevoegd. Voor Paulus zijn het niet zomaar een paar namen. Met ieder van hen die hij noemt, heeft hij een eigen relatie. Zo is jouw relatie met iedere broeder en zuster een andere. Als je oog krijgt voor dit onderscheid, is dat een enorme verrijking in je omgang met je broeders en zusters. Er zijn ook namen die Paulus opnoemt zonder er iets aan toe te voegen. Je kunt je afvragen of daar dan niet iets speciaals van te vermelden viel. Was er niets waardoor zij opvielen? Waren dat saaie broeders of zusters? Ik denk het niet. Het waren onopvallende broeders en zusters die er helemaal bij hoorden en met wie Paulus zich ook verbonden voelde. Hij kende hen.

Je ziet dat onderscheid ook bij de discipelen van de Heer Jezus. Van sommigen weten we maar weinig omdat er maar een paar keer iets over hen gezegd wordt. Van anderen weten we juist veel omdat er veel over hen verteld wordt. Maar er zijn er ook van wie we alleen hun naam weten. Wat ze gedaan hebben, wordt voor ons verborgen gehouden, maar God weet het en Hij vergeet niet dat naar waarde te schatten.

God gaat met ieder Zijn weg. Misschien kan er van jou iets meer verteld worden dan alleen je naam, maar noodzakelijk is dat niet. Als het gebeurt, moet het niet jou belangrijk maken. Het moet duidelijk zijn dat je gedreven wordt door je liefde voor de Heer Jezus. Je ziet dat ook bij veel van de namen die Paulus noemt. Vaak staat er iets bij over de Heer Jezus. Daarin lag het motief van hun bezigheden. Ik zal van een paar namen iets zeggen. Over de andere namen moet je zelf maar eens nadenken.

Van al de namen die Paulus noemt, is de eerste die van Fébe, “onze zuster” (Rm 16:1). Hier zie je dat Paulus een open oog heeft voor de dienst van de zusters. En er worden nog meer zusters genoemd in deze verzen. Fébe is toch wel een bijzondere vrouw geweest. Ze heeft de gelovigen op een praktische manier gediend. Ze heeft hen misschien gastvrij in haar huis ontvangen. Of ze ging bezoekjes maken. Misschien heeft ze bemoedigende brieven geschreven. In elk geval heeft ze door haar dienen aan velen “bijstand verleend” (Rm 16:2). Dat wil zeggen dat ze door wat ze deed, velen heeft gesteund en geholpen, waardoor de anderen zich gesterkt hebben gevoeld. Ook Paulus zelf heeft dat als een zegen ervaren.

Hij kan haar daarom aanbevelen aan de gelovigen in Rome. Als Fébe bij hen komt, moeten ze haar op een passende wijze ontvangen en haar hulp en steun verlenen. Dit is een echte aanbevelingsbrief voor Fébe.

Dan is er nog een echtpaar dat Paulus speciaal onder de aandacht van de gelovigen in Rome brengt. Zij heet Prisca of Priscilla en zijn naam is Aquila (Rm 16:3). Zie je dat hier de vrouw weer het eerst wordt genoemd? Hun namen worden vaker genoemd, ook wel in omgekeerde volgorde. Als het gaat om het dragen van verantwoordelijkheid of het uitleggen van het Woord van God wordt Aquila eerst genoemd. En als het gaat om een praktische dienst in een gezin, die toch voornamelijk neerkomt op de vrouw, wordt Priscilla het eerst genoemd. Zo is dat ook hier. Je kunt uit Handelingen 18 opmaken dat Paulus bij hen heeft gelogeerd (Hd 18:1-3). Uit het vervolg van Handelingen 18 blijkt dat het lang niet ongevaarlijk was om een man als Paulus in huis te nemen. Dit echtpaar heeft zelfs hun leven voor hem gewaagd. Paulus is hun daar dankbaar voor.

Ook de gemeenten van de volken mogen wel dankbaar zijn. Door hun moed kunnen zij verder profiteren van de dienst van Paulus. Zo mag jij er ook aan denken dat, wat je voor een dienaar van de Heer doet, ook een dienst is aan anderen die door deze dienaar gediend worden.

Tot slot wil ik je nog wijzen op het laatste deel van Rm 16:16. Paulus vraagt niet alleen aan de gelovigen of zij de groeten willen doen aan zijn bekenden, maar hij laat de gelovigen in Rome ook groeten door allen die met hem verbonden zijn. “Al de gemeenten van Christus groeten u.” De gemeente in Rome is verbonden met al de gemeenten van Christus die er op allerlei plaatsen op aarde zijn.

Wat is het fijn als dat ook beleefd wordt. Je zult er al wel achter zijn gekomen dat de gemeente erg verdeeld is. Is het dan toch mogelijk die eenheid van de gemeente te beleven? Ja, dat is vandaag de dag nog steeds mogelijk. Hoe dat beleefd kan worden, daar gaat de volgende brief, de eerste brief aan de Korinthiërs, uitvoerig op in.

Lees nog eens Romeinen 16:1-16.

Verwerking: Schrijf een kaartje of stuur een berichtje met de groeten aan iemand die al lang niets van jou heeft gehoord.

Copyright information for DutKingComments