1 Chronicles 8:32-34

32En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen te Jeruzalem, met hun broederen.
 dezen woonden Te weten, enige hoofden dezer geslachten woonden te Jeruzalem met andere Benjaminieten, tegenover die Benjaminieten, die in de landpale van Gibeon woonden.
33Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, Abinadab, en Esbaal.
 Ner Anders, Abiël, 1Sa 9:1 .
,
  Abinádab, Anders, Ischvi, 1Sa 14:49 .
,
  Esbáäl Anders, Isboseth, 2Sa 2:8 .
34En Jonathans zoon was Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha.
  Merib-baäl, Anders, Mefiboseth, 2Sa 9:6 , 2Sa 9:10 . Hieruit blijkt dat de naam Baäl en Boseth verwisseld worden. Baäl betekent heer of meester, en is een bekende naam van afgoden. Boscheth betekent schaamte, schande. Vergelijk Jer 3:24 .
Copyright information for DutSVVA