1 Kings 20:35

35Toen zeide een man uit de zonen der profeten tot zijn naaste, door het woord des Heeren: Sla mij toch. En de man weigerde hem te slaan.
 zonen Welke waren jonge lieden, onderricht door de profeten in de ware leer, bestuurd tot den zuiveren godsdienst, en vermaand tot de oprechtheid des levens. Zij hadden hun collegiën, in welke de profeten waren als hunne kinderen; gelijk zij ook zo genoemd worden vs.35, 1Sa 10:12; 2Ki 2:3, 2Ki 2:5, en Isa 8:18. Vergelijk Jdg 17:10.
,
 door het woord Dat is, door Gods bevel, hetwelk hij dezen zijnen naaste te kennen gaf.
,
 Sla mij toch Het woor slaan betekent hier niet doden, gelijk in vs.36, maar smijten, als met vuisten, stokken, touwen, enz., zonder dat de dood daarna volgt, gelijk Exo 21:15, Exo 21:18; Pro 23:13, en onder, vs.37.
,
 weigerde hem Waarin hij kwalijk deed, dewijl hij verstaan had dat zulks van God bevolen was.
Copyright information for DutSVVA