1 Kings 5:9

9Mijn knechten zullen het afbrengen van den Libanon aan de zee; en ik zal het op vlotten over de zee doen voeren, tot die plaats, die gij aan mij ontbieden zult, en zal het aldaar los maken, en gij zult het wegnemen; gij zult ook mijn wil doen, dat gij mijn huis spijze geeft.
 Libanon Zie boven, 1Ki 4:33.
,
 aan de zee; Namelijk van Jaffo, of Joppe; 2Ch 2:16.
,
 doen voeren, Hebreeuws, doen leggen; dat is, ik zal het op vlotten leggen en over de zee doen voeren. Het is een Hebreeuwse manier van spreken, die dikwijls voorvalt. Zie Gen 12:15.
,
 die gij Hebreeuws, die gij mij zenden zult; dat is, door zending laten weten.
,
 los maken, Of, ontdoen, ontbinden. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk iets verstrooien, verdelen, of losmaken van elkander; gelijk dit ook met de vlotten geschiedt.
,
 spijze geeft Hebreeuws, brood; waaronder ook andere spijs begrepen is, gelijk vs.11 uitwijst. Zie Gen 3:19. Daarom, ofschoon Tyrus en Sidon door de zeevaart rijke steden waren, zo hadden zij nochtans een dor land, dat niet veel vruchten voortbracht; om welke oorzaak zij uit andere landen met voorraad der spijs moesten geholpen zijn, en voornamelijk uit het land Israëls; Act 12:20.
Copyright information for DutSVVA