1 Kings 7:13-14

13En de koning Salomo zond heen, en liet Hiram van Tyrus halen.
 liet Hebreeuws, nam, of, nam aan. Zie Gen 12:15.
,
 Hiram Zie boven, 1Ki 5:1.
,
 Tyrus halen Zie op dezelfde plaats.
14Hij was de zoon ener weduwvrouw, uit den stam van Nafthali, en zijn vader was een man van Tyrus geweest, een koperwerker, die vervuld was met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, om alle werk in het koper te maken; deze kwam tot den koning Salomo, en maakte al zijn werk.
 weduwvrouw, Dewelke was van afkomst uit den stam van Dan; 2Ch 2:14.
,
 uit den stam Versta dit van der weduwe zoon, die naar zijns vaders afkomst was uit den stam van Nafthali.
,
 man van Tyrus Te weten, ten aanzien van de stad zijner woning, en niet van zijn geslacht, naar hetwelk hij een Israëliet was. Anders kan dit ook verstaan worden, dat deze vader een Tyriër geweest is, ook van geslacht en afkomst, dat is, een heiden, maar zijn huisvrouw tezamen van Dan en Nafthali, te weten, van een stam uit haar vader, en van den anderen uit haar moeder, hetwelk kan geschied zijn door vermenging der stammen, omdat de Israëlieten niet altijd gevolgd hebben de wet Gods, die hun verbood buiten hun stam te trouwen. Zie breder 2Ch 2:14.
Copyright information for DutSVVA