1 Samuel 7:13-14

13Alzo werden de Filistijnen vernederd, en kwamen niet meer in de landpalen van Israël; want de hand des Heeren was tegen de Filistijnen al de dagen van Samuël.
 kwamen Hebreeuws, zij voeren niet meer voort te komen; te weten, met heirlegers, om Israël enige steden af te nemen; maar zij hadden en hielden nog hun garnizoenen en soldaten op de grenzen, om die te bewaren, gelijk te zien is 1Sa 10:5. Of, niet meer, betekent hier in langen tijd niet weder. Of, niet meer, voor niet zo dikwijls, gelijk Gen 32:28; 2Ki 6:23-24.
,
 niet meer Anders, niet weder
,
 in de landpalen van Israël; Dat is, in het land der Israëlieten.
14En de steden, welke de Filistijnen van Israël genomen hadden kwamen weder aan Israël, van Ekron tot Gath toe; ook rukte Israël derzelver landpale uit de hand der Filistijnen; en er was vrede tussen Israël en tussen de Amorieten.
 er was vrede Dat is, zij voerden geen openbaren krijg tegen elkander.
,
 de Amorieten Versta, onder den naam der Amorieten ook andere volken des lands Kanaän, of der Filistijnen.
Copyright information for DutSVVA