2 Chronicles 6:41

41En nu, Heere God, maak U op tot Uw rust, Gij en de ark Uwer kracht; laat Uw priesters, Heere God, met heil bekleed worden, en laat Uw gunstgenoten over het goede blijde zijn.
 tot Uw rust, Dat is, tot de plaats, in welke Gij voorgenomen hebt te rusten en stil te blijven, en niet meer vervoerd te worden met den tabernakel, van de ene plaats in de andere, gelijk geschied was in de woestijn, als de Israëlieten hun legerplaatsen veranderden. Dit is menselijkerwijze van God gesproken, ten aanzien van de ark, boven welke God zich openbaarde. Zie 2Sa 7:6 ; Psa 132:8 .
,
 Uwer kracht; Alzo Psa 132:8 . Dat is, bij welke Gij uw antwoord gewoonlijk geeft van uw genade en hulp, die Gij krachtiglijk aan uw volk bewijst.
,
 heil Dat is, met uw gunst, zegen en weldadigheid bewaard en versierd zijn, als met een kleding; alzo Psa 132:16 . Het tegendeel is, bekleed te worden met schande; in dezelfde plaats, vs.18.
,
 gunstgenoten Of, godvruchtigen. Het Hebreeuwse woord is Gode toegeschreven en den mensen; Gode toegeschreven zijnde, betekent het de goedgunstige, goedertierene, of weldadige, gelijk Psa 145:17 ; Jer 3:12 . Den vromen mensen wordt het toegeëigend, omdat zij goeddoen, of omdat hun wordt goedgedaan van God. Naar den eersten zin kan men het overzetten heiligen, goedertierenen, weldadigen, godvruchtigen, naar den tweeden, gunstgenoten, gelijk hier.
,
 over het goede Te weten, dat Gij hun bewijst.
Copyright information for DutSVVA