2 Corinthians 9:5-6

5Ik heb dan nodig geacht deze broeders te vermanen, dat zij eerst tot u zouden komen, en voorbereiden uw te voren aangedienden zegen; opdat die gereed zij, alzo als een zegen, en niet als een vrekheid.
 tevoren aangedienden Dat kan verstaan worden, òf van hetgeen Titus van hen Paulus had aangediend in zijn wederkeren van hen, gelijk af te nemen is uit 2Co 7:13 ; òf van hetgeen Paulus aan hen daarvan tevoren had geschreven in den eersten brief aan het begin van het 16e hoofdst.
,
 als een zegen Dat is, als een vrijwillige en milde gave, gelijk een zegen, die eigenschap heeft dat hij uit een toegenegen en mild hart voortkomt; een Hebreeuwse wijze van spreken.
,
 als ene vrekheid Dat is, als ene gift van vrekkige lieden afgeperst. Het Griekse woord betekent eigenlijk gierigheid, of begeerte om meer te hebben; van hoedanige mensen men zeer kwalijk kan verkrijgen dat zij iets geven, of zo zij iets geven, het is onwillig en als van hen uitgeperst.
6En dit zeg ik: Die spaarzamelijk zaait, zal ook spaarzamelijk maaien; en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien.
 in zegeningen zaait, Dat is, vrijwillig en mild, gelijk in vs.5. Versta altijd, naar dat iemand heeft, gelijk 2Co 8:12 .
,
 maaien Dat is, van God overvloedige vergelding ontvangen; Gal 6:9 .
Copyright information for DutSVVA