2 Kings 11:1-3
1Toen nu Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al het koninklijke zaad om. ▼ , ▼ , ▼▼ al het koninklijke zaad Hebreeuws, al het zaad des koninkrijks; dat is, al de prinsen van den bloede, op welke de successie der kroon mocht komen. Versta dit, van Athalia's voornemen, niet van de volle daad; want één is ontkomen; gelijk vs.2 uitwijst.
2Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd. ▼
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼▼ zij verborgen hem Te weten, Jojada en Joseba.
,
▼▼ voor Athália, Hebreeuws, voor het aangezicht van Athalia.
3En hij was met haar verstoken in het huis des Heeren zes jaren; en Athalia regeerde over het land.
Copyright information for
DutSVVA