2 Kings 5:4-5
4Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israël is. ▼▼ hij Namelijk, Naäman de Syriër, als men hem de woorden der Israëlietische dochter aangezegd had.
,
▼▼ in Te weten, tot den koning, zijn heer.
5Toen zeide de koning van Syrië: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israël zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen. ▼
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA