2 Kings 5:4-5

4Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israël is.
 hij Namelijk, Naäman de Syriër, als men hem de woorden der Israëlietische dochter aangezegd had.
,
 in Te weten, tot den koning, zijn heer.
5Toen zeide de koning van Syrië: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israël zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen.
 nam Te weten, tot een vrijwillig geschenk om den profeet daarmede te vereren. Zie 1Ki 14:3.
,
 in zijn hand Dat is, met hem. Vergelijk 1Sa 9:8; 2Sa 8:10; 1Ki 14:3; onder, 2Ki 8:8.
,
 tien talenten Zie van een talent Exo 25:39.
,
 sikkelen gouds, Zie van de waarde eens gemenen gouden sikkels Gen 24:22; Num 7:14.
,
 wisselklederen Zie Gen 45:22.
Copyright information for DutSVVA