2 Kings 6:32

32( Elisa nu zat in zijn huis, en de oudsten zaten bij hem.) En hij zond een man van voor zijn aangezicht; maar eer de bode tot hem gekomen was, had hij gezegd tot de oudsten: Hebt gijlieden gezien, hoe die zoon des moordenaars gezonden heeft, om mijn hoofd af te nemen? Ziet toe, als die bode komt, sluit de deur toe, en dringt hem uit met de deur; is niet het geruis der voeten van zijn heer achter hem?
 oudsten Men houdt dezen geweest te zijn, òf enigen van de voornaamsten des volks, die bij Elisa gekomen waren om bij hem troost te halen, òf enige profeten of zonen der profeten en godvrezenden onder het volk, die de voorgangers waren der gelovigen in Israël, nog overgebleven. Zij worden de oudsten genoemd, niet omdat zij allen oud van jaren geweest zijn, maar alle oud in gaven des verstands, in waardigheid huns werks en in vromigheid des levens, hoewel enigen jong van jaren.
,
 hem In dezen zwaren en benauwden tijd bezig zijnde met leren, vermanen, troosten en bidden voor Gods volk en het gemenebest.
,
 een man Wie deze geweest is, zie onder, 2Ki 7:2.
,
 gezien, Te weten, in een profetisch gezicht, hetwelk de Heere mij nu vertoond heeft. Van een gelijk gezicht, zie boven, 2Ki 5:26.
,
 des moordenaars Namelijk van Achab, door wiens toedoen de bewilliging Naboth en de profeten des Heeren vermoord waren, 1Ki 18:4, en 1Ki 21:9.
,
 en dringt hem Dat is, houdt hem, namelijk den bode, met kracht buiten het huis, opdat hij niet inkome en mij verhindere het woord te spreken, dat de HEERE mij bevolen heeft te spreken.
,
 is niet Dat is, volgt hem de koning Joram, die hem gezonden heeft, niet straks op de hielen? Hij wil zeggen, zekerlijk ja. Zie Gen 13:9.
,
 geruis Zie dergelijke manier van spreken 1Ki 14:6.
Copyright information for DutSVVA