2 Peter 1:19

19En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten.
 het profetische woord, Namelijk dat in de schriften der profeten staat beschreven, hetwelk van de kracht en de komst van Christus overvloedig getuigt. Zie Luk 1:70; Joh 5:39; Act 10:43; Rom 1:2; 1Pe 1:10.
,
 dat zeer vast is, Grieks dat vaster is; hetwelk verstaan kan worden zo het luidt: in vergelijking van deze getuigenis van Petrus, ten aanzien van de Joden; gelijk Act 17:11, of naar een Hebreeuwse wijze van spreken, allervast, of zeer vast; namelijk om daarop, als op een zeer vasten grond, ons geloof te bouwen, Eph 2:20, welke verklaring de eenvoudigste is.
,
 daarop acht hebt, Of u daaraan houdt.
,
 een licht, schijnende Of een lantaarn, kaars, gelijk de Schrift ook elders zo wordt genoemd, Pro 6:23; Psa 19:9, en Psa 119:105, omdat het het middel is, waardoor wij verlicht worden met de kennis der zaligheid.
,
 in een duistere plaats, Dat is, in de harten der mensen, die van nature verduisterd, ja de duisternis zelf zijn, in zaken die de zaligheid aangaan, Joh 1:5; 1Co 2:14; Eph 4:17-18, waarvan de overblijfselen in de wedergeborenen nog zijn, zolang zij hier op aarde nog leven; 1Co 13:9, enz.
,
 de dag aanlichte, Grieks de dag doorschijne; dat is doorbreke; door welken dag verstaan wordt de tijd der volmaakte kennis in het toekomende leven.
,
 morgenster Dat is, Christus, die in ons zal opgaan in Zijn volmaaktheid in het toekomende leven, gelijk God het licht, en het Lam de kaars en morgenster van het hemelse Jeruzalem wordt genoemd, ten opzichte van de volle kennis, die wij dan door Hem zullen ontvangen; Rev 21:23, en Rev 22:5, Rev 22:16.
,
 opga in uw harten Dat is, dat gij daardoor volkomen moogt verlicht worden.
Copyright information for DutSVVA