2 Peter 1:20-21

20Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging;
 eerst wetende, Dat is, inzonderheid en vooral ongetwijfeld houdende.
,
 geen profetie Grieks alle profetie der Schrift is niet, enz.; een Hebreeuwse wijze van spreken, gelijk Rom 3:20; dat is, geen profetisch schrift.
,
 eigene uitlegging; Grieks epilysis; dat is, ontbinding, uitlegging, welk woord hier de apostel gebruikende, betekent, òf de uitlegging, die door de profeten zelf gedaan wordt met het voorstellen van hun voorzeggingen, waarmede zij den mensen uitleggen en verklaren niet hun eigen goeddunken, maar den raad Gods; niet wat hun eigen gemoed, maar wat de Geest Gods hun ingeeft; òf ook de uitlegging der profetische schriften, die door anderen daarover gedaan wordt, welke niet moet geschieden naar menselijk vernuft, maar naar den eenparigen zin der heilige Schrift, die zelf allerbest hare mening verklaart.
21Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.
 de profetie is Dat is, de profetische leer.
,
 door de wil eens mensen, Dat is, door menselijk goeddunken of ingeven, zoals zij als mensen gewild en goed gevonden hebben.
,
 mensen Gods Zo worden de profeten en leraars genoemd, omdat God deze mensen in Zijn huis en tot Zijn dienst bijzonder gebruikt. Zie 2Ki 1:9, enz.; 1Ti 6:11, en 2Ti 3:17.
,
 van den Heilige Geest Namelijk den Heiligen Geest, den Geest der waarheid, die hen in alle waarheid heft geleid, gelijk deze den apostelen ook beloofd wordt; Joh 15:26, en Joh 16:13.
,
 gedreven zijnde, Dat is, door een bijzondere en buitengewone openbaring van den raad Gods opgewekt en aangedreven, om deze den mensen bekend te maken.
,
 gesproken Namelijk haar profetische leer, en deze ook in geschrift gesteld en ons nagelaten.
Copyright information for DutSVVA