2 Samuel 11:11

11En Uria zeide tot David: De ark, en Israël, en Juda blijven in de tenten; en mijn heer Joab, en de knechten mijns heren zijn gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om te eten en te drinken, en bij mijn huisvrouw te liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen zal!
 ark, Die zij in zware oorlogen plachten mede te nemen, om, in den nood zijnde, den Heere raad te vragen, gelijk te zien is Num 31:6, 1Sa 4:4, en 1Sa 14:18, hoewel zulks ten aanzien der huichelaars [die ongelovig zijnde, zich op de uiterlijke genadetekenen tevergeefs verlaten] vruchteloos was.
,
 veld, Hebreeuws, aangezicht des velds
,
 gij leeft en uw ziel leeft, Zie Gen 42:16.
,
 indien ik deze zaak doen zal Waarop te verstaan is: Zo doe mij God dit en dat. Van zulk een afgebroken manier van spreken, in het eedzweren gebruikelijk, zie Gen 14:23. Deze ijverige en godvruchtige redenen van Uria behoorden David wel bewogen te hebben, om zich aan deze vromen man niet verder te bezondigen.
Copyright information for DutSVVA