2 Samuel 19:43

43En de mannen van Israël antwoordden den mannen van Juda, en zeiden: Wij hebben tien delen aan den koning, en ook aan David, wij, meer dan gij; waarom hebt gij ons dan gering geacht, dat ons woord niet het eerste geweest is, om onzen koning weder te halen? Maar het woord der mannen van Juda was harder dan het woord der mannen van Israël.
 Wij hebben Hebreeuws, ik; te weten, Israël; en alzo in het volgende.
,
 tien delen Hebreeuws, handen. Dit zeggen zij omdat zij tien stammen waren, en overzulks tien stemmen hadden.
,
 koning, Dat is, aan den koning in het algemeen, of aan het koninkrijk, en ook aan dezen koning David, dien wij met onzen algemene stemmen gekozen hebben; 2Sa 5:1.
,
 ons woord Dat is, dat wij niet de voorstemming en den voortocht gehad hebben in deze zaak.
,
 harder Dat is, sterker, krachtiger, zulks dat die van Israël tegen hen niet konden opkomen, maar moesten aflaten.
Copyright information for DutSVVA