2 Samuel 8:10

10Zo zond Thoi zijn zoon Joram tot den koning David, om hem te vragen naar zijn welstand, en om hem te zegenen, vanwege dat hij tegen Hadad-ezer gekrijgd en hem geslagen had, ( want Hadad-ezer voerde steeds krijg tegen Thoi); en in zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten, en koperen vaten;
 Joram Hadoram genoemd, 1Ch 18:10.
,
 welstand, Hebreeuws, naar vrede; dat is, om hem vriendelijk te begroeten. Zie Gen 43:27.
,
 zegenen, Hem te begroeten en geluk te wensen vanwege de verkregen victorie, dat is [gelijk men zegt] te congratuleren.
,
 voerde steeds krijg tegen Thoï Hebreeuws, was een man der krijgen van Thoï; dat is, hij deed hem steeds den oorlog aan, was zijn vijand en tegenstrijder, die hem niet ongekweld liet. Zie Gen 9:20, en vergelijk Jdg 12:2; onder 2Sa 18:20, en 2Ch 35:21; Psa 41:10.
,
 zijn hand Dit is, Joram, de zoon van Thoï, had deze geschenken bij zich, onder zijn handen, gelijk men zegt. Zie gelijke manier van spreken 1Sa 9:8; 2Ki 5:5, enz.
Copyright information for DutSVVA