2 Thessalonians 2:2

2Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.
 bewogen Eene gelijkenis genomen van de baren der zee, die door verschillende winden herwaarts en derwaarts worden gedreven.
,
 van verstand Dat is, van de rechte mening over dit artikel des geloofs. Anderen nemen het voor het wezenlijk verstand der mensen zelf, die, wanneer zij zulke voorzeggingen van Christus' tweede komst, met uitdrukking van dag en uur, beginnen aan te nemen, dan gelijk uitzinnige mensen plegen gedreven te worden, gelijk eertijds zodanigen onder de Chiliasten (voorstanders van het duizendjarig rijk) zijn geweest, en in onzen tijd onder enige soorten van drijvers.
,
 verschrikt Of, ontroerd, ontzet, gelijk men pleegt over een haastig en onverwacht groot geroep van woelende mensen ontzet te worden.
,
 door geest Dat is, door voorwending van geestelijke openbaringen, welke zulke lieden plegen voort te brengen. Zie ook 1Jo 4:1.
,
 door woord Of, rede; namelijk als van mij of Timotheüs en Silas gehoord. Anderen nemen het voor enige waarschijnlijke redenen hier en daar uit Gods Woord zonder grond bijeengebracht.
,
 door zendbrief Namelijk van hen op onzen naam verdicht, dien zodanige lieden ook plegen tevoorschijn te brengen.
,
 de dag Namelijk van Christus' tweede komst ten oordeel, alsof die terstond daarna zou geschieden.
Copyright information for DutSVVA