2 Thessalonians 2:9-11

9Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
 wiens Namelijk antichrist, waarvan hij in het begin van het voorgaande vs.8 had gesproken.
,
 des satans Dat is, met zodanige werking als de Satan pleegt te gebruiken om de mensen te verleiden, welke werking in de volgende verzen wordt verklaard.
,
 in Dat is, kracht van tekenen, of wonderen, die de Satan zal te voorschijn brengen, om de heerschappij en valse leer van den antichrist te bevestigen. Zie Mat 24:24; Rev 13:13, enz.
,
 wonderen Dat is, die ten dele verzonnen zullen zijn, ten dele van den Satan te weeg gebracht, om zijn dienaars in aanzien, en de arme verblinde mensen in hunnen valse voorgevingen en bijgelovigheden te houden.
10En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden.
 alle Dat is, allerlei. Want de Satam heeft ene bepaalde macht.
,
 verleiding Dat is, tot ongerechtige en valse leer, gelijk het woord waarheid uitwijst, dat daartegen gesteld wordt, en gelijk hierna vs.12.
,
 daarvoor Dat is, in vergelding dat zij, enz., hetwelk het Griekse woord medebrengt. Het is dan ene rechtvaardige straf Gods over de verkeerdheid en ondankbaarheid van zulke mensen, gelijk in het volgende vs. nader uitgedrukt wordt.
,
 de liefde Dat is, de waarheid niet lief gehad hebben, en dientengevolgen ook niet geloofd en behouden. Zie dergelijke straf van God over de heidenen, die de natuurlijke kennis Gods niet hebben behouden; Rom 1:28.
11En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven;
 God Dat is, God zal den Satan den toom over hen los laten, om zijn kracht van verleiding tegen hen te gebruiken, en zal Zijne genade, die hen nog wederhield, voortaan inhouden, en hen alzo aan hunne eigen begeerten overgeven waardoor zij krachtiglijk tot dwaling zullen gebracht worden. Zie dergelijke oordelen Gods over de ondankbare mensen, Deu 28:28; 2Ch 18:22; Job 12:17; Isa 19:14; Rom 1:24, en Rom 11:8; 2Co 4:3, 2Co 4:4, enz.
,
 leugen Dat is, verzonnen en valse leer.
Copyright information for DutSVVA