2 Timothy 3:15-16

15En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
 van kinds af de Namelijk van uwe grootmoeder en moeder in de Schrift geoefend zijnde. Zie 2Ti 1:5.
,
 heilige Schriften geweten Namelijk met welke mijne leer volkomen overeenkomt, en waaruit deze genomen is en bevestigd wordt. Zie Act 26:22.
,
 wijs kunnen maken Of onderwijzen; dat is, u kunnen leren als de wijsheid, die den mensen nodig is te weten, om tot de zaligheid te komen.
16Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
 Al de Schrift is Dat is, de ganse Schrift, gelijk dit woord alle genomen wordt 1Co 13:2; waardoor verstaan worden voornamelijk de schriften des Ouden Testaments, van welke de schriften des Nieuwen Testaments ene nadere verklaring zijn, en die daarom mede daaronder begrepen worden, zoveel van deze geschreven waren, toen Paulus dezen brief schreef, kort voor zijnen door, 2Ti 4:6; hetwelk ook van de andere, die toen nog niet geschreven waren, desgelijks moet verstaan worden; zie 2Pe 3:16; Rev 1:1, en Rev 22:16, enz.
,
 van God ingegeven, Grieks van God ingeblazen; dat is, door ingeven van den Heiligen Geest, die een Geest der waarheid is, en de schrijvers van deze schriften in alle waarheid geleid heeft, dat zij niet hebben kunnen dwalen; zie Joh 16:13; 2Pe 1:20-21.
,
 lering, tot Namelijk van de hoofdstukken der christelijke religie.
,
 wederlegging, tot Of bestraffing, overtuiging; namelijk van dwalingen en valse leringen.
,
 verbetering, tot Namelijk des levens en der kwade zeden.
,
 onderwijzing, die Dat is leer volkomen wat recht en onrecht is, eerlijk en oneerlijk, en hoe men matig, rechtvaardig en godzalig moet leven in deze wereld; Tit 2:12.
Copyright information for DutSVVA