2 Timothy 4:2

2Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
 Predik Dit woord betekent eigenlijk met luider stem, gelijk de uitroepers, iets verkondigen. Zie Isa 40:9.
,
 het woord; Namelijk des Evangelies.
,
 houd aan Grieks sta aan; namelijk met gedurig leren en vermanen.
,
 tijdelijk, Dat is, wanneer daartoe goede gelegenheid is, zonder die te verzuimen; Pro 25:11.
,
 ontijdelijk; Daarmede wil Paulus niet zeggen, dat Timotheüs en andere predikers onbeleefdheid zouden gebruiken, maar dat zij gedurig en ijverig moeten aanhouden, zonder enigen tijd of gelegenheid te verzuimen, hoewel het, òf hun zelf zo wel niet te pas komt, òf somtijds ook de toehoorders zouden menen, dat het hun niet wel gelegen is de vermaningen te horen.
,
 wederleg, Namelijk de dwalingen dergenen, die de waarheid nog niet weten of niet toestaan.
,
 bestraf, Namelijk degenen die kwaad en ongeregeld van leven zijn.
,
 vermaan Namelijk tot oefening van alle christelijke deugden. Of vertroost; namelijk alle zwakke en bedroefde mensen.
,
 in alle lankmoedigheid Dat is, zonder hevigheid of bitterheid, verdragende geduldig der mensen onverstand en onbescheidenheid. Zie Gal 6:1; 2Ti 2:24.
,
 leer Dat is, zo, dat de hoofdstukken der leer altijd klaar en duidelijk voorgedragen worden.
Copyright information for DutSVVA