2 Timothy 4:2
2Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. ▼ , ▼▼ het woord; Namelijk des Evangelies.
,
▼▼ houd aan Grieks sta aan; namelijk met gedurig leren en vermanen.
,
▼
,
▼▼ ontijdelijk; Daarmede wil Paulus niet zeggen, dat Timotheüs en andere predikers onbeleefdheid zouden gebruiken, maar dat zij gedurig en ijverig moeten aanhouden, zonder enigen tijd of gelegenheid te verzuimen, hoewel het, òf hun zelf zo wel niet te pas komt, òf somtijds ook de toehoorders zouden menen, dat het hun niet wel gelegen is de vermaningen te horen.
,
▼▼ wederleg, Namelijk de dwalingen dergenen, die de waarheid nog niet weten of niet toestaan.
,
▼▼ bestraf, Namelijk degenen die kwaad en ongeregeld van leven zijn.
,
▼▼ vermaan Namelijk tot oefening van alle christelijke deugden. Of vertroost; namelijk alle zwakke en bedroefde mensen.
,
▼
,
▼▼ leer Dat is, zo, dat de hoofdstukken der leer altijd klaar en duidelijk voorgedragen worden.
Copyright information for
DutSVVA