Acts 7:41-43

41En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande tot den afgod, en verheugden zich in de werken hunner handen.
 tot den afgod, Of, tot het beeld, waar zij afgoderij mede bedreven; namelijk tot het kalf.
,
 verheugden zich Namelijk met eten, drinken en spelen; Exo 32:6 ; 1Co 10:7 .
,
 werken hunner handen Dat is, in het gouden kalf, dat zij zelf met hun eigen handen gemaakt hadden. Zo worden de afgoden dikwijls genaamd om hunne nietigheid en der afgodendienaars dwaasheid aan te wijzen; Psa 115:4 .
42En God keerde Zich, en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israëls?
 keerde Zich, Dat is, werd toornig over hen, daar Hij tevoren hun gunstig was geweest en weldeed. Of, keerde zich van hen af.
,
 gaf hen over, Namelijk als een rechtvaardig Rechter aan hunne begeerlijkheden en in een verkeerden in; Rom 1:24 , Rom 1:28 .
,
 het heir des Dat is, de zon, maan en andere gesternten. Zie Deu 17:3 ; 2Ki 17:16 ; Isa 40:26 ; Jer 19:13 .
,
 in het boek Namelijk der kleine profeten, die in een boek tezamen bijeengesteld waren. Dit staat bij den profeet Amos, Amo 5:25 .
,
 Hebt gij ook Met dit vragen wil Hij zeggen dat zij hem niet hebben geofferd naar behoren, noch met een oprecht hart; Amo 5:21 .
43Ja, gij hebt opgenomen den tabernakel van Moloch, en het gesternte van uw god Remfan, de afbeeldingen, die gij gemaakt hebt, om die te aanbidden; en Ik zal u overvoeren op gene zijde van Babylon.
 opgenomen den Namelijk op uwe schouders, om die om te dragen.
,
 van Moloch, en Deze Moloch was een afgod der Ammonieten, Lev 18:21 ; 1Ki 11:7 ; Jer 32:35 , en komt deze naam van het Hebreeuwse woord Mesech, dat is koning, gelijk ook Milkom; 1Ki 11:5 .
,
 het gesternte Zie hiervan Amo 5:26 , en dergelijke ook Jer 7:18 , en Jer 44:25 .
,
 Remfan In den Hebreeuwsen tekst staat Chijun, waardoor sommigen verstaan den afgod Hercules, omdat de Egyptenaren, welker afgoderij de Israëlieten veel volgden, dien Chon noemden; anderen den afgod Saturnus, die van de Egyptenaren ook Refan genoemd werd, welk woord, doch veranderd in Raiphan, in de Griekse overzetting door Chijun gesteld is, die hier van Lukas gevolgd wordt, alzo dezelve in den grond met den Hebreeuwsen tekst overeenkomt. Maar in de Griekse overzetting, die Stefanus volgt, staat Raifan, hetwelk daarin in Remfan veranderd is. De Hebreën noemen een reus Refa, waarvan sommigen menen dit woord gekomen te zijn, en dat de afgod Hercules, die in eens reuzen gedaante geëerd placht te worden, daarmede betekend wordt.
,
 afbeeldingen, Grieks uitdrukselen.
,
 Babylon In het Hebreeuws staat Damaskus, gelijk ook in de Griekse overzetting. Doch Stefanus heeft meer op den zin dan op de woorden gezien, alzo de geschiedenis leert dat zij overgevoerd zijn, niet alleen aan gene zijde van Damaskus, maar ook verder aan gene zijde van Babylonië, in Perzië en Medenland. Zie 2Ki 17:6 , en JosEf. Antiq. lib.9, cap.14.
Copyright information for DutSVVA