Daniel 1:5

5En de koning verordende hun, wat men ze dag bij dag geven zou van de stukken der spijs des konings, en van den wijn zijns dranks, en dat men hen drie jaren alzo optoog, en dat zij ten einde derzelve zouden staan voor het aangezicht des konings.
 verordende hun, Of, stelde, verordende, bestelde.
,
 wat men ze dag bij dag geven zou Hebreeuws, het woord, of de zaak des daags op zijnen dag, gelijk Exo 5:13 .
,
 de stukken der spijs des konings, Brokken, portie, gerechten, of overschot.
,
 zijns dranks, Hebreeuws, zijner dranken, of drinkingen; dat is van zulke wijnen of drank, als hij zelf dronk.
,
 drie jaren alzo optoog, In welken tijd vermoedelijk zij de taal, de religie en de wetten der Chaldeën zouden kunnen leren.
,
 staan voor het aangezicht des konings Dat is, dienen; zie Deu 10:8 , en 1Ki 17:1 , en de aantekening.
Copyright information for DutSVVA