Deuteronomy 32:5

5Hij heeft het tegen Hem verdorven; het zijn Zijn kinderen niet; de schandvlek is hun; het is een verkeerd en verdraaid geslacht.
 Hij heeft het tegen Namelijk, Israël.
,
 Hem verdorven; Namelijk, den HEERE.
,
 Zijn kinderen niet; Te weten, die het alzo verdorven en zo schandelijk gemaakt hebben. Anders, hun gebrek is niet zijner kinderen; dat is, betaamt dengenen niet, die zijn kinderen genaamd worden, dewijl het niet uit zwakheid, maar uit moedwil en een onboetvaardig hart voortkomt.
Copyright information for DutSVVA