Esther 7:8

8Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman gevallen op het bed, waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin verkrachten bij mij in het huis? Het woord ging uit des konings mond, en zij bedekten Hamans aangezicht.
 gevallen Te weten, om Esther te smeken en te bidden dat zij den koning voor hem zou willen bidden, dat hij zijn leven mocht behouden.
,
 op het bed, Versta hier, zulk een bed, of koets, gelijk boven, Est 1:6 ; zijnde gemaakt om aan de tafel te liggen als zij aten. Aldus heeft ook Christus en zijn discipelen aan de tafel gelegen, niet gezeten, Mat 26:20 ; want dit was eertijds bij de Perzen, Romeinen en andere natiën gebruikelijk.
,
 verkrachten Of, geweld aandoen, overweldigen.
,
  bij mij Dat is, in mijn bijwezen en tegenwoordigheid.
,
 in het huis? Te weten, in dit huis van den maaltijd.
,
 woord ging uit Of, een woord; dat is, bevel.
,
  bedekten Hamans aangezicht Die bij de Perzen in des konings ongenade gekomen was, dien werd het aangezicht bedekt, als niet waardig zijnde den koning te aanschouwen. Zie Job 9:24 .
Copyright information for DutSVVA