Exodus 34:29-30

29En het geschiedde, toen Mozes van den berg Sinaï afging (de twee tafelen der getuigenis nu waren in de hand van Mozes, als hij van den berg afging), zo wist Mozes niet, dat het vel zijns aangezichts glinsterde, toen Hij met hem sprak.
 glinsterde, Dat is, stralen uitgaf gelijk de zon. Het Hebreeuwse woord komt van een woord, dat hoornen betekent. Hieruit is het misverstand gekomen, dat men Mozes met hoornen schildert.
,
 toen Hij met hem sprak Of, van dat Hij, [te weten, de Heere] met hem gesproken had. Of, omdat Hij, enz.
30Als nu Aäron en al de kinderen Israëls Mozes aanzagen, ziet, zo glinsterde het vel zijns aangezichts; daarom vreesden zij tot hem toe te treden.
 vreesden zij tot hem toe te treden Het schijnt dat zij in het eerst hem niet terdeeg kenden, maar meenden dat hij een engel was.
Copyright information for DutSVVA