Ezekiel 16:3-4

3En zeg: Alzo zegt de Heere Heere tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische.
 handelingen Velen verstaan hierdoor al het bedrijf van het gehele Israëlietische volk, in het stukk van den godsdienst; waaronder ook te begrijpen zijn de werken rakende den wandel des levens. Anderen vertalen dit woord afkomsten, of geslachten, oorsprongen, woningen, of verkeringen.
,
 geboorten Dat is, de beginselen en de oorsprongen van uw voorgemelde handelingen zijn niet uit Abraham en Sara, van wie gij u beroemt afkomstig te wezen, maar uit de afgodische en goddeloze heidenen, welker doen gij nagevolgd hebt, ontaardende van het geloof en de werken van uwen vader Abraham; vergelijk Joh 8:39 ; Rom 2:28 ; en Rom 9:7-8 . Sommigen menen dat het Hebreeuwse woord hier in het getal van velen gesteld wordt, om aan te wijzen dat de Israëlieten altijd verscheidene afgodische godsdiensten nagevolgd hebben, met een niet tevreden zijnde.
,
 een Amoriet en uw moeder Zie van de afkomst van dit volk, Gen 10:16 , en van derzelver boosheid, Gen 15:16 .
,
 Hethietische Van der Hethieten afkomst, zie Gen 10:15 , en van hunne boosheid, Gen 27:46 .
4En aangaande uw geboorten: ten dage, als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen gewonden.
 ten dage, Dat is, ten tijde als Ik Abram, die een afgodendienaar was, Jos 24:2 , toen gij in zijne lenden waart, riep uit Ur in Chaldea om in het land Kanaän te komen, bracht zijn zaad in Egypte, en leidde het door de woestijn in het beloofde land. Vergelijk Hos 2:2 .
,
 werd uw navel De ellende van het volk Israëls wordt hier beschreven door ene gelijkenis, genomen van een nieuwgeboren kind, dat uit zijner moeder lichaam voortgekomen zijnde van niemand gadegeslagen wordt.
,
 niet afgesneden; Dit betekent dat geen bloot schepsel dit volk van zijn aangeboren ellende, zonde en dood verloste of verlossen kon, om het tot de eeuwige zaligheid te brengen.
,
 toen Ik u aanschouwde; Hebreeuws, met mijn aanschouwen; dat is, zo haast als Ik u aanschouwde. Alzo vertalen ook enigen de woorden bij, of met mijnen voet; Gen 30:30 . Dat is, zo haast als Ik inkwam. Anders: tot mijn aanschouwen; dat is, tot een welgevallen van mijn aanschouwen, zulks dat gij mijn gezicht zoudt aangenaam geweest zijn. Anders: tot verzachting; te weten waardoor de huid van het nieuwgeboren kind zacht, zuiver, net als glad wordt gemaakt, als dezelve na de afwassing met enige stoffen daartoe gebruikelijk, bestreken is geweest.
,
 geenszins met zout gewreven, Hebreeuws, gezouten wordende, gezouten worden. Het zout werd in voortijden ook gebruikt tot verstijving van de huid en versterking der inwendige delen. Dit alles geeft te verstaan dat God in de Israëlieten, als Hij hen voor zijn volk aannam, niets anders gevonden heeft dan ellende, vuilnis en zwakheid, en vervolgens hen verkoren heeft niet uit aanzien van hunne waarde, maar door zijne genade in den beloofden Middelaar.
Copyright information for DutSVVA