Ezekiel 29:3-5
3Spreek en zeg: Zo zegt de Heere Heere: Zie, Ik wil aan u, o Farao, koning van Egypte! dien groten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. ▼ , ▼▼ zeedraak, Zie Psa 74:13-14 ; Isa 27:1 ; en Isa 51:9 , en onder Eze 32:2 . Sommigen verstaan hier een krokodil.
,
▼▼ rivieren ligt; Versta, de verscheidene armen en stromen van de grote en vermaarde rivier de Nijl, waardoor hij meende zo verzekerd te zijn, dat geen vijand, ja zelfs geen god [gelijk Herodot. lib.2, schrijft] hem uit zijn rijk kon verdrijven.
,
▼▼ rivier is de mijne, Nijl, daarover heb ik alleen te gebieden, zij is alleen tot mijn voordeel en verzekering; niemand anders heeft er gezag over, of kan haar mij benemen of ontwenden.
,
▼▼ gemaakt Alzo geordineerd en verdeeld, tot gerief en sterkte van mijn koninkrijk.
4Maar Ik zal haken in uw kaken doen, en den vis uwer rivieren aan uw schubben doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren optrekken, en al de vis uwer rivieren zal aan uw schubben kleven. ▼
,
▼▼ vis uwer rivieren Dat is, uwe onderdanen zal Ik met u uittrekken [gelijk de kleine vissen hangen aan de schubben van zulke grote] en u tezamen ter plaatse voeren en trekken, waar gij zult varen, als volgt: Ik zal mijn oordeel eensdeels door de Cyreners [gelijk sommigen uit Herodot,lib.2
5En Ik zal u verlaten in de woestijn, u en al den vis uwer rivieren; op het open veld zult gij vallen; gij zult niet verzameld noch vergaderd worden; aan het gedierte der aarde en aan het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ▼
,
▼▼ verzameld noch vergaderd worden; Ter begrafenis, alzo elders.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA