Ezekiel 3:6-7

6Niet tot vele volken, diep van spraak en zwaar van tong, welker woorden gij niet kunt verstaan; zouden zij niet, zo Ik u tot hen gezonden had, naar u gehoord hebben?
 verstaan; Hebreeuws, horen; zie Gen 11:7 .
,
 naar u gehoord hebben? Dat is, zij zouden zo ongelovig, halsstarrig en ondankbaar niet geweest zijn als heden de Israëlieten wel zijn; gelijk het ook wel gebleken is uit de bekering der Ninevieten, door de predikatie van Jona. Vergelijk Mat 11:21 , Mat 11:23 . Anders: zo dat niet ware; te weten dat gij hunne spraak niet verstaat en zij de uwe niet, Ik had u tot hen gezonden en zij zouden naar u gehoord hebben.
7Maar het huis Israëls wil naar u niet horen, omdat zij naar Mij niet willen horen; want het ganse huis Israëls is stijf van voorhoofd, en hard van hart zijn zij.
  ganse huis Israëls Welverstaande uitgenomen de ware gelovigen en uitverkorenen, hoedanigen waren Jeremia, Baruch, Daniël, zijne metgezellen en vele anderen.
,
 stijf van voorhoofd, Dat is, onbeschaamd; alzo boven Eze 2:4 , hard van aangezicht.
,
 hard van hart Alzo boven Eze 2:4 , stijf, of verstokt van harte. Vergelijk Exo 4:21 ; idem Pro 28:14 .
Copyright information for DutSVVA