Ezekiel 36:5

5Daarom, zo zegt de Heere Heere: Zo Ik niet in het vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel der heidenen, en tegen het ganse Edom; die Mijn land zichzelven ten erve gegeven hebben met blijdschap des gansen harten, met begerige plundering, opdat de landerij daarvan ten rove zou zijn!
 Zo Ik niet Zie boven Eze 34:8 , met de aantekening en vervul deze rede uit vs.7.
,
 in het vuur Mijns ijvers Of, in mijn vurigen ijver; te weten voor mijn land en volk; en tegen mijne en hunne vijanden. Vergelijk boven vs.1, en onder vs.6; boven Eze 5:13 ; Deu 4:24 , met de aantekening.
,
 Mijn land Kanaän; zie Psa 68:10 ; Hos 9:3 ; alzo onder vs.20.
,
 zichzelven Zie boven Eze 35:10 .
,
 begerige plundering, Hebreeuws, plundering, of versmading der ziel; dat is, verachtende of plunderende mijn volk en land met een innerlijken lust en vurige genegenheid of begeerte, zonder enig medelijden. Zie Psa 27:12 .
,
 landerij Het Hebreeuwse woord betekent voorsteden, landen, of velden, vrije levendige ruimten, plaatsen voor, of buiten en omtrent de steden, of andere gebouwen gelegen, hoeven, uithoven, erven, enz.; omdat zij daarvan afgezonderd zijn, waarop het oorspronkelijke Hebreeuwse woord ziet, betekenende ook anderszins uitwerping, uitdrijving, waarom anderen dit aldus overzetten: Om hetzelve [land] ten roof uit te zetten. Hebreeuws, om, of opdat, deszelfs landerij, of uitzetting, uitwerping, ten roof [zou zijn].
,
 daarvan ten rove zou zijn Van mijn land Kanaän.
Copyright information for DutSVVA