Ezekiel 8:7-10

7Zo bracht Hij mij tot de deur van het voorhof. Toen zag ik, en ziet, er was een hol in den wand.
 voorhof Te weten van het binnenste voorhof, daarvan zie boven vs.3. Anderen verstaan het buitenste voorhof.
,
 hol in den wand Versta, een opening in den muur, welken de profeet bevolen wordt te doorgraven en groter te maken, opdat een deur daarvan worden zou, waardoor de profeet mocht ingaan en zien wat daarbinnen geschiedde, hetwelk al in het gezicht des geestes geschied is, en niet door enig werk des lichaams.
8En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar was een deur.
 daar was een deur Of, werd een deur; te weten die de Heere van die opening maakte.
9Toen zeide Hij tot mij: Ga in, en zie de boze gruwelen, die zij hier doen. 10Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten, en van alle drekgoden van het huis Israëls, geheel rondom aan den wand gemaald.
 alle beeltenis van kruipende dieren Dat is, van allerlei soort der gedaanten, beeltenissen of gestalten. Het woord alle is dikwijls zo genomen. Zie Gen 7:14 , alzo hier in het volgende.
,
 verfoeilijke Hebreeuws, beesten der verfoeiing; dat is, die verfoeilijk zijn, te weten niet alleen omdat enigen niet mochten gegeten worden, Lev 11 , maar omdat zij allen in het gebruik van hun godsdienstige eer te bewijzen voor God een gruwel waren, Deu 27:15 .
,
 beesten, Het Hebreeuwse woord betekent viervoetige dieren, niet alleen tamme, maar ook wilde, en voornamelijk die van enige grootte zijn. Zie Gen 6:7 .
,
  drekgoden van het huis Israëls, Zie Lev 26:30 .
,
 geheel rondom aan den wand Hebreeuws, rondom, rondom.
,
 gemaald Te weten òf door schilderij, òf door gravering.
Copyright information for DutSVVA