Genesis 30:32-33

32Ik zal heden door uw ganse kudde gaan, daarvan afzonderende al het gespikkelde en geplekte vee, en al het bruine vee onder de lammeren, en het geplekte en gespikkelde onder de geiten; en zulks zal mijn loon zijn.
 gespikkelde Dat is, getekend met kleine stipJes.
,
 geplekte Dat is, met grotere plekken of vlekken.
,
 vee, en Versta, klein vee, als schapen, lammeren, geieten.
,
 bruine Of, brandkleurig. Het Hebreeuwse woord komt van brand, hitte, warmte.
,
 en zulks Dat is, welke uit de eenkleurige beesten, namelijk de geheel witte, die ik weiden zal, gesprenkeld, of geplekt, of bruin zullen geworpen worden, zullen mijn loon zijn.
33Zo zal mijn gerechtigheid op den dag van morgen met mij betuigen, als gij komen zult over mijn loon, voor uw aangezicht; al wat niet gespikkeld en geplekt is onder de geiten en bruin onder de lammeren, dat zij bij mij gestolen.
 Zo zal Dat is, wanneer gij heden of morgen eens zult komen bezichtigen, wat mij ter beloning toegevallen is, zo zal duidelijk en onwedersprekelijk blijken wat mijn rechtvaardig loon is, of het tegendeel.
,
 morgen Dat is, in den toekomenden tijd. Alzo is dit woord morgen dikwijls in de Heilige Schrift genomen; gelijk Exo 13:14; Deu 6:20; Jos 4:6; Mat 6:34.
,
 als gij Anders, als zij komen zal om mijn loon.
Copyright information for DutSVVA