Genesis 44:20

20Zo zeiden wij tot mijn heer: Wij hebben een ouden vader, en een jongeling des ouderdoms, den kleinsten, wiens broeder dood is, en hij is alleen van zijn moeder overgebleven, en zijn vader heeft hem lief.
 jongeling Verg. boven, Gen 37:3. Het woord Jeled betekent wel geheel zeer jonge kinderen, ja zelfs ook, die maar pas geboren zijn, gelijk boven, Gen 21:8; Exo 1:17, en Exo 2:8; maar het wordt ook gebruikt van redelijk bejaarden, als van Jozef, toen hij zeventien jaren oud was, boven, Gen 37:30; van al de kinderen van Jakob, toen Ruben omtrent veertien jaren oud was, boven Gen 33:1, en hier van Benjamin, toen hij omtrent vier en twintig jaren oud was.
,
 des ouderdoms, Dat is, die in den ouderdom van den vader geboren is.
Copyright information for DutSVVA