Hebrews 2:10

10Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen.
 Hem, Namelijk God den Vader; gelijk Rom 11:36.
,
 kinderen Grieks zonen; waarvan Christus de eerstgeborene wordt genoemd, wiens beeld de anderen moesten gelijkvormig worden; Rom 8:29.
,
 tot de heerlijkheid Dat is, tot de gemeenschap der heerlijkheid Zijns Zoons, waar hij in vs.9 van gesproken had.
,
 den oversten Leidsman Dat is, auteur of oorzaak en voorganger, gelijk hij hierna, Heb 5:9, en Act 3:15, hem noemt.
,
 heiligen Grieks teleiosai; hetwelk eigenlijk betekent volmaken, somwijlen heiligen, of, inwijden, welke betekenissen op Christus hier kunnen gepast worden. Hoewel het woord heiligen hier gehouden is, omdat Christus dit woord zo van zichzelf verklaart, Joh 17:19, en vs.11 zulks ook medebrengt. En door dit woord heiligen wordt alhier verstaan, dat de Vader geordineerd heeft dat Christus door Zijn gehoorzaamheid tot den dood des kruises in Zijn heerlijkheid zou ingaan, en ons met Hem daartoe ook bekwaam maken.
Copyright information for DutSVVA