Hosea 8:13
13Aangaande de offeranden Mijner gaven, zij offeren vlees, en eten het, maar de Heere heeft aan hen geen welgevallen. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken, en hun zonden bezoeken; zij zullen weder in Egypte keren. ▼▼ Mijner gaven, Dat is, de vrijwillige dankoffers, die zij mij menen te offeren [van de gaven, die Ik hun in der waarheid gegeven heb,] om kwanswijs te betonen dat zij immers naar mij nog vragen en mij niet verachten.
,
▼
,
▼
,
▼▼ welgevallen Want zij offeren niet ter plaatse, die van God daartoe is verordineerd, te weten binnen Jeruzalem in den tempel, maar tegen Gods gebod, waar het hun belieft, tot verachting Gods, en voorts zonder geloof en bekering.
,
▼
,
▼
,
▼▼ Egypte keren Dat is, in Assyrië, waar zij behandeld zullen worden gelijk voormaals in Egypte, zij zullen weder gevoerd worden in een nieuw Egypte; vergelijk onder Hos 9:3 , naar Egypte, om met den Egyptenaar te handelen, verlatende den koning van Assyrië, die daarover verstoord zijnde, hen verderven zal. Zie 2Ki 17:3-5 ; [aldus zou men door hunne ongerechtigheid verstaan de meinedigheid en trouweloosheid begaan tegen den Assyriër; vergelijk Eze 21:23 , en Eze 29:16 ,] dan zullen er sommigen naar Egypte trekken om de verwoesting der Assyriërs te ontgaan; zie onder Hos 9:6 .
Copyright information for
DutSVVA