Hosea 9:10
10Ik vond Israël als druiven in de woestijn, Ik zag uw vaderen als de eerste vrucht aan den vijgeboom in haar beginsel; maar zij gingen in tot Baäl-peor, en zonderden zich af tot die schaamte, en werden gans verfoeilijk naar hun boelerij. ▼ , ▼▼ Baäl-peor, Der Moabieten afgod, om met hem geestelijk overspel of hoererij te bedrijven, waarop de lichamelijke ontucht gevolgd is. Zie Num 25:1-3 , enz. en de navolging van dit voorbeeld hunner voorvaders; 1Ki 18:31-32 , enz.
,
▼
,
▼
,
▼▼ gans verfoeilijk naar hun boelerij Hebreeuws, verfoeiselen, of verfoeilijkheden. Anders: daar waren verfoeilijkheden naar hunne begeerte. Alle verfoeilijkheden gingen daar in zwang, naar hunnen wil en lust, naar dat hun vuile lust en wens opgaf. Sommigen nemen het alsof God tegen elkander stelde, dat zij bij Hem daardoor zo verfoeilijk werden als Hij hen tevoren zeer bemind had.
Copyright information for
DutSVVA