Isaiah 1:24

24Daarom spreekt de Heere, Heere der heirscharen, de Machtige Israëls: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden.
 Ik zal Mij Dat is, Ik zal wraak nemen van de Israëlieten, mijne tegenpartijders en vijanden. Anders: Ik zal mij troosten door mijne vijanden. De zin is: Mijne vijanden, de Chaldeën en andere koningen der heidenen, zullen wraak doen en straffen mijn volk Israël, hetwelk dus vijandiglijk tegen mij rebelleert. Zodat troosten hier zoveel zou beduiden als door wraak zich geruststellen. Het is een menselijke wijze van spreken. Zie Deu 28:63 , wat de Heere daar zegt.
,
 van Mijn vijanden Te weten, de boze Joden, die God daarom zijne vijanden noemt, omdat zij van Hem afgeweken en wederspannig tegen Hem geworden waren. Anders: door mijne vijanden; te weten de Chaldeën, gelijk straks tevoren.
Copyright information for DutSVVA