Isaiah 15:5

5Mijn hart schreeuwt over Moab, haar grendelen zijn naar Zoar toe, de driejarige vaars; want hij gaat op met geween naar den opgang van Luhith, want op den weg naar Horonaim verwekken zij een jammergeschrei.
 Mijn hart Alsof de profeet zeide: De jammer, die den Moabieten zal overkomen, zal zo groot zijn dat ik mij niet kan onthouden hartelijk te schreien als ik er aan gedenk. Zie Isa 16:9 , en Isa 21:3 ; Jer 48:5 , Jer 48:31 , Jer 48:34 , Jer 48:38 . Sommigen nemen het alzo, dat de profeet hier afbeeldt in zijn persoon hetgeen Moabi in zijn lijden doen zou.
,
 grendelen Dat is, de oversten en machtigen van Moab, die bij grendelen worden vergeleken, omdat zij de vastigheid des lands zijn. Anders, hunne vluchtenden [vlieden] enz. Anders: mijn hart schreeuwt over Moab en [over] zijne grendelen tot Zoar toe, [als] een driejarige koe. Tot Zoar toe; dat is, dat men het tot Zoar toe horen kan, ofschoon het aan de uiterste grenzen van het Moabietische land, naar Judea aan, gelegen is.
,
 Zoar toe, Zie Gen 19:22 .
,
 driejarige vaars; Dat is, sterk, wulps en dartel. Dit kan men verstaan van Zoar of van Moab. In Jeremia wordt het gezegd van Horonaïm. Zie Jer 48:34 , met de aantekening.
,
 met geween Of, al wenende.
,
 een jammergeschrei Of, verheffen zij een gebroken geschrei. Anders: een verderfelijk geschrei. Hebreeuws, een geroep der breking, of der verbreking; dat is, [gelijk het sommigen nemen] zodanig een geroep als die van zich geven, die van hunne vijanden wredelijk worden verbroken en vernield.
Copyright information for DutSVVA