Isaiah 22:4

4Daarom zeg ik: Wendt het gezicht van mij af; laat mij bitterlijk wenen; dringt niet aan, om mij te troosten over de verstoring der dochteren mijns volks.
 Wendt Te weten, o gijlieden altegaar, die mij troosten wilt.
,
 laat mij Hebreeuws, laat mij verbitteren met wenen.
,
 dringt niet aan, Of, bemoeit u niet verder, en doet geen moeite meer om mij te troosten.
,
 der dochteren Dat is, van iedere kleine stad in het Joodse land, van welke Jeruzalem als de moederstad is.
Copyright information for DutSVVA