Isaiah 29:21

21Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die hen bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste.
 schuldig Hebreeuws, doen zondigen, of tot een zondaar maken; dat is, beschuldigen, alsof hij een grote zonde begaan had.
,
 om een woord, Niet kunnende verdragen dat men hunne goddeloosheid ter goeder trouw en in ernst bestraft. Dit is vervuld in onzen Zaligmaker Christus Jezus en in zijne apostelen.
,
 in de poort; Dat is, voor het gericht, [zie de aantekening Gen 22:17 , en Gen 34:20 ] . Of, in de poort; dat is, openlijk, in de openbare verzameling; zie Amo 5:10 . Anders: en leggen dien strikken in de poort, die hen bestraft; dat is, en zoeken derzelver verderf door valse beschuldigingen.
,
 in het woeste Waar men noch te bijten noch te breken vindt, en waar alles verschrikkelijk is. De zin is: Die door hun valse aanklacht teweegbrengen dat de rechtvaardige door het gericht veroordeeld en in ellende verwezen wordt. Anders: om een nietig ding.
Copyright information for DutSVVA