Isaiah 3:9
9Het gelaat huns aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij uit, gelijk Sodom; zij verbergen ze niet. Wee hunlieder ziel; want zij doen zichzelven kwaad. ▼▼ Het gelaat Dat is, men kan het uit hun aangezicht bespeuren, dat zij boze, onbeschaamde mensen zijn. Anders: de hardnekkigheid van hun aangezicht; in welke betekenis het Hebreeuwse woord ook genomen wordt
Job 19:3 .
,
▼▼ spreken Dat is, roemen zij. Hebreeuws, verkondigen zij.
,
▼
,
▼▼ zij doen zichzelven Te weten, met God den Heere door hunne zonden tot straf te verwekken. Zie van het Hebreeuwse woord gamal,
Psa 13:6 .