Isaiah 6:9-10

9Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet.
 tot dit volk Hier zegt God niet, tot mijn volk, omdat het van Hem geweken was, maar Hij zegt, tot dit volk.
,
 maar verstaat niet, Alsof God zeide: Gij zult vergeefsen arbeid doen met dit volk te onderwijzen, niettemin ga heen en doe wat Ik u beveel, tot overtuiging van hunne wederspannigheid.
,
 bemerkt niet Alsof God zeide: Gijlieden zult de woorden dezer profetieën wel horen, maar niet verstaan. En dit zal geschieden door mijn rechtvaardig oordeel, die ulieder wederspannigheid alzo straft, namelijk met blindheid en verharding. In dezen zin worden deze woorden gebruikt in het Nieuwe Testament; Mat 13:14 .
10Maak het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze.
 Maak het hart Te weten door het prediken van mijn Woord. Met deze woorden wil de Heere niet te kennen geven wat zijn gepredikt Woord eigenlijk en van zijne natuur bij de mensen werkt en uitricht; maar Hij voorzegt wat er op de verkondiging ervan bij de boze Joden volgen zou; namelijk dat zij zich daardoor niet alleen niet zouden bekeren, maar nog halsstarriger en weerstrevender aanstellen, dewijl God hen door zijn rechtvaardig oordeel in een verkeerden zin zou overgeven.
,
 sluit hun ogen, Of, bestrijkt, belijmt hunne ogen.
,
 Hij Te weten God.
,
 het Te weten het volk.
,
 geneze Namelijk door vergiffenis der zonden, Mar 4:12 . Zie Psa 30:3 .
Copyright information for DutSVVA